De magie en de kracht van de vlier
Sambucus nigra, ook wel gewone vlier of zwarte vlier genoemd, is een middelgrote bladverliezende boom met een rond opgaande vorm en op latere leeftijd een brede kroon met afhangende takken. In mei en juni bloeit de zwarte vlier met grote sterk geurende witte bloemtuilen. Het is een feest voor oog en neus, want de bloemen geuren heerlijk zoet. In de herfst verschijnen de eetbare, zwarte bessen. De vlier is goed winterhard, verdraagt goed zeewind en luchtvervuiling, lokt bijen, insecten en vlinders.
De vlier is tot in de toppen van zijn twijgen doordrenkt van oude magie, rijke en mysterieuze mythologie en legenden. Door de geschiedenis heen is zijn karakter met ambivalentie afgebeeld: vriendelijk en welwillend enerzijds, hatelijk en boosaardig anderzijds.
Zowel in binnen- als buitenland doen veel oude legenden over de vlier de ronde.
Net als andere bomen met witte bloesem, zoals meidoorn en lijsterbes, is de vlier doordrenkt van mythologie waarin feeën en godinnen een rol spelen.
De vlier in rituelen, mythologie en devotie
De vlierstruik behoorde tot de heilige bomen van de Germanen. De boom was gewijd aan Donar/Thor, de Dondergod, en ook aan de godin Freya, die in de Noorse mythologie de godin van de vruchtbaarheid was.
Later werd die godin in Duitsland ‘Frau Holle’ genoemd, in Denemarken ‘Hyldemoer’ en in Nederland ‘Vrouwe Arda’ of ‘Vrouw Holle’. Vandaar dat Hyldemoer en Vrouw Holle in een vlierstruik woonden en ze het zinnebeeld werden van de wedergeboorte.
In de noordelijke streken van Europa plantte men vroeger, bij de bouw van een huis waar een jong koppel zou gaan wonen, een vlierstruik, opdat ze de zegen van Hyldemoer zouden hebben en dus gezegend zouden worden met veel kinderen.
Maar aan de mythische ‘Vrouw Holle’ werden ook bovennatuurlijke krachten toegeschreven die veel schade konden berokkenen.
Net als lijsterbes zagen mensen vlier als een beschermende boom. Het was gunstig als de vlier in de buurt van iemands woning groeide, vooral als het zich daar zelf had gezaaid. Als de lijsterbes best aan de voorkant van het huis stond, dan stond de vlier beter aan de achterdeur. Mensen geloofden dat het boze geesten ervan weerhield het huis binnen te komen.
Als schutsboom wordt aan de vlier een waaier van afwerende eigenschappen toegeschreven. Hij behoedt bijvoorbeeld tegen brand, tegen toverij, helpt boter, eieren, melk en room te bewaren, en vrijwaart het huis van blikseminslag. Omdat Christus’ kruis uit vlier zou gemaakt zijn, en dat daarom de bliksem nooit zou inslaan op een vlier, werd schuilen onder een vlierboom tijdens een onweer als veilig beschouwd.
Het is al lang bekend dat de geur van de bladeren vliegen afstoot. Deze folklore is dus mogelijk voortgekomen uit de noodzaak om ziekteverwekkende insecten uit de keuken te houden. Mensen hingen ook bosjes bladeren bij deuropeningen, in veeschuren en vastgemaakt aan paardentuigen. Geplant rond boerderijen geloofde men dat het ervoor zorgde dat de melk niet ‘draaide’. Ze hingen kaasdoeken en ander linnengoed dat bij de melkveehouderij hoort ook te drogen aan vlierbomen. De geur die ze van de bladeren hebben opgenomen, heeft mogelijk bijgedragen aan de hygiëne in de boerderij.
Vlierbomen werden ook geplant voor bakkerijen als bescherming tegen de duivel, want die had het naar zijn zin in die hels hete bakovens.
In de Duitse en Scandinavische overlevering wordt de boom bewoond door “de oudere moeder” ( Hyldemöer ), wiens toestemming moest worden gevraagd voordat de boom zelfs maar werd aangeraakt, laat staan gekapt. Om gebruik te maken van de magische kracht van de boom, zouden de juiste gebeden en offers moeten worden gebracht, anders zou Hyldemöer wraak nemen. Het verbranden van vlierhout bracht dood en onheil en ‘wekte de duivel op’. Het werd nooit gebruikt als brandhout of verbrand nadat het was gekapt. Voedsel gekookt boven een vlierhoutvuur – als je al zo dwaas was om er een aan te steken – zou niet geschikt zijn om te eten.
In Denemarken mag men midden in de zomer niet onder een vlier slapen, omdat men de feeënkoning en zijn hele gevolg zou kunnen zien. Men zei dat de geur van de witte vlierbloesem iedereen vergiftigde die zo dom was om onder de boom in slaap te vallen. Zitten of slapen onder een vlier tijdens midzomer zou iemand in staat stellen om de feeën te zien, of zelfs om ze naar hun midzomerfeest te zien gaan. Het gevaar was toen naar de onderwereld te worden getransporteerd en niet te kunnen ontsnappen.
Vlier wordt zeker geassocieerd met een geestelijk wezen, of koningin, die een bewaker is van de onderwereld, waar feeën en de geesten van de doden verblijven.
Vlierbessen verzameld op Sint-Jansavond, wat net voor midzomernacht is, hebben hun bezitter van hekserij gered en magische krachten toegekend.
Met de opkomst van het christendom en de daaropvolgende vervolging van elke vorm van boomaanbidding werd de heilige vlierboom een heksenboom, en werden de oude verhalen aangepast aan de nieuwe religie. In de christelijke mythologie werd vlier afgebeeld als een boom van verdriet, omdat men zei dat Judas zichzelf aan de takken van een vlier had opgehangen. Dit zou de reden zijn voor zijn gebogen uiterlijk en gebogen takken: nooit meer zou iemand zelfmoord kunnen plegen met behulp van een vlier. En tot overmaat van ramp werd gezegd dat het kruis waarop Christus gekruisigd werd, gemaakt was van vlierhout. Zo’n schande kon de vlier niet verdragen en daarom heeft hij nooit meer rechtop en hoog kunnen groeien zoals andere bomen. Maar de sinistere reputatie van de vlier is veel ouder dan het christendom.
Desalniettemin leefden sommige van de oudere overtuigingen verder en bleven plattelandsbewoners vlier gebruiken voor de bescherming van huis en schuur. Ze spelden de bladeren boven de deuren om kwade heksen, demonen en andere snode invloeden af te weren. Vlierbomen werden bij huizen geplant om ze te beschermen tegen bliksem en boze geesten en om de vruchtbaarheid te bevorderen. Een gelukkige, zelfgezaaide vlier moet een plek krijgen om te groeien.
Tijdens de Middeleeuwen werd dergelijke volksmagie overal in Europa beoefend en vele merkwaardige gewoonten ontwikkelden zich toen het voorchristelijke en christelijke geloof versmolten. Maar zonder de context van de oude overtuigingen veranderden ze in bijgeloof.
Bij begrafenissen bijvoorbeeld, werden vaak groene vliertakjes in de kist gelegd ter bescherming tijdens de reis naar wereld van de geesten. Christelijke en voorchristelijke overtuigingen versmolten vaak tot samengestelde volksgebruiken met elementen van beide tradities.
Er wordt gezegd dat een heks zichzelf in een vlier kan veranderen en dat het hout ervan wordt gebruikt voor het maken van toverstokjes. En dankzij J.K. Rowling staat vlier nu ook bekend als het hout waarvan de krachtigste toverstok ooit werd gemaakt.
De vlier als dodenboom
De vlier is nauw verbonden met begrafenisrituelen. De struik werd ook vaak op begraafplaatsen geplant, en kruisen van vlier werden vroeger op nieuwe graven geplaatst: een bloeiende vlier liet zien dat de doden gelukkig waren en, nog belangrijker, niet zouden gaan lopen…
De voerman die de kist vervoerde, had een vliertak in zijn hand in plaats van een gewoon zweepje. Vliertakken werden ook op de kist gelegd. Her en der bestond ook de gewoonte om bij begrafenissen een ‘vlierkruis’ op de doodskist te leggen, en dat werd nadien op het graf gestoken. Als dit ‘vlierkruis’ nadien ging uitlopen dan was dat een teken dat de dode ‘zalig’ geworden was.
Vroeger geloofde men ook dat de vlier groeide op een plek waar bloed vergoten was. Daarom heette de struik in Wales ‘Plant of the blood of man’, en in Engeland ‘Deathwort’ (dodenwortel). In andere streken geloofde men dat de zielen van de afgestorvenen in de vlier huisden.
De vlier als duivelsboom
De vlier wordt in het volksgeloof ook als een duivelsboom voorgesteld. In de Duitse volksgedachte konden heksen in planten veranderen en in vlierstruiken wonen.
Daarom zou het gevaarlijk zijn om een huis te bouwen waar een vlier heeft gestaan.
Als men het vee met een vlierroede slaat begint het dier te bloeden of sterft het. Zelfs voor mensen kon de vlier schadelijk zijn. Volgens een Engels volksgeloof groeien kinderen niet meer als ze met een vlierstok werden geslagen.
Het werd ook afgeraden om vlierhout in de haard te verbranden. De duivel zou zich op de schoorsteen komen zetten, of men zou kiespijn krijgen, of het pluimvee op het erf zou sterven.
Een kindje dat in een wieg van vlierhout werd gelegd zou zeker ziek worden. De vlier had ook de reputatie ziekten te kunnen overbrengen op derden. Zo ging men naar een vlierstruik en wenste iemand reuma toe. Bij koorts sneed men een vliertak af en stak die in de grond onder het opzeggen van een versje. De voorbijganger die de tak zou aanraken, zou dan met de koorts opgezadeld worden.
In een volgende bijdrage over de vlier zullen we het hebben over de symboliek van de vlier, zijn rol bij als voorspellingboom, als toverboom, in de kruidengeneeskunde en bij magische rituelen.
De informatie in deze tekst werd voor een groot stuk gehaald uit het boek ‘Compendium van Rituele planten’ (Zie hieronder)
Bronnen en meer informatie:
Compendium van rituele planten in Europa; Marcel De Cleene & Marie Claire Lejeune; Mens & Cultuur Uitgevers N.V. – Gent
ISBN 90-72931-80-7
Een wetenschappelijk verantwoord overzicht van de kennis van de rituele planten door de eeuwen heen, vanuit, een breed perspectief en met een kritische blik op de juistheid van de vermelding van de plantensoorten in de literatuur. 1456 pagina’s, 314 kleurenfoto’s, 250 zwart-wit illustraties.
https://www.boekenfestijn.com/boek/9789072931801/compendium-van-rituele-planten-in-europa
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.