Look-zonder-look! Het klinkt een beetje als ‘zomer-zonder-zon’, ‘stad-zonder-straat’ of ‘BIB-zonder-boek’. Het is er, maar … het is er niet. Waar haalt deze plant haar naam vandaan? Dat merk je onmiddellijk als je de blaadjes tussen de vingers wrijft. Dan komt er inderdaad een typische knoflookgeur vrij. …
Zondag 28 april 2024 Op onze derde “safari in de stad” zagen we weer enkele leuke stadsplanten. Op de omslagafbeelding ziet u enkele fraaie exemplaren van het herderstasje (Capsella bursa-pastoris). Over de meeste van deze planten zullen we later uitvoeriger berichten. Een fotoreportage… Link naar …
Stel je eens voor: het is een stralende lentedag en je loopt door de charmante straatjes van Brugge. Plotseling kom je uit op de oude vestingwallen en daar ontvouwt zich een betoverend schouwspel. Een berm langs de weg is bedekt met prachtige roze bloempjes, een zee van kleur die je hart doet zingen. Je adem stokt even en een opgewonden “Wow!” ontsnapt aan je lippen, gevolgd door de drang om dit magische tafereel vast te leggen. En voordat je het weet, vind je jezelf al gretig naar je camera grijpen, klaar om dit natuurlijke wonder te vereeuwigen. Het duurt niet lang voordat je de naam van deze bloemen ontdekt – de snavelvormige uitsteeksels van de vruchten verraden al een deel van hun identiteit: het zijn reigersbekken (Erodium cicutarium).
Soorten
Dit prachtige plantje behoort tot de … ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae). Deze levendige schoonheid gedijt het beste op zanderige gronden, waar ze haar uitbundige pracht tentoonspreidt. De verscheidenheid binnen deze soort is werkelijk verbluffend, met talloze ondersoorten die elk hun eigen unieke kenmerken en charme hebben. Vanwege haar liefde voor zanderige ondergronden, is ze vaak te vinden op open plekken en grasvelden waar het de vrijheid heeft om te groeien en te bloeien.
Er komen bij ons twee ondersoorten voor: Gewone reigersbek en Duinreigersbek (Erodium cicutarium subsp. dunense).
Duinreigersbek is meestal iets kleiner. De 2 kleinere kroonbladen hebben geen vlek, zoals wel het geval is bij de gewone reigersbek (zie foto). Er is ook nog kleverige reigersbek met witte tot lichtroze bloemen en 5 gelijke kroonbladen zonder vlek.
What’s in a name?
De vrucht van de reigersbek lijkt sprekend op de elegante snavel van een reiger, wat haar die betoverende Nederlandse naam heeft opgeleverd. De etymologie van deze naam is zo intrigerend als de plant zelf: ‘Erodium’ vindt zijn oorsprong in het Griekse ‘erodios’, wat simpelweg ‘reiger’ betekent, terwijl ‘cicutarium’ zijn wortels heeft in ‘Cicuta’ – de Latijnse term voor ‘Waterscheerling’, een plant met een krachtige reputatie. Deze verbazingwekkende combinatie van naam en vorm weerspiegelt perfect de unieke en fascinerende eigenschappen van deze buitengewone plant.
Beschrijving
Beeld je eens in: de reigersbek, een veelzijdige plant die zich moeiteloos aanpast aan verschillende omgevingen. Op weelderige grasvelden, waar de grasmaaier zijn werk doet, blijft ze bescheiden en laag bij de grond, slechts een subtiele aanwezigheid. Maar onder gunstige omstandigheden kan ze uitgroeien tot een plant van wel 60 centimeter hoog, haar prachtige stengels reikend naar de hemel. Haar wortelstelsel, met een stevige hoofdwortel en bijwortels die de aarde verkennen, vormt de solide basis van haar groei.
De stengels van de reigersbek variëren in beharing, soms fluweelzacht, soms kaal, maar altijd stralend in tinten van groen tot roodachtig groen, als een levend kunstwerk in het landschap. Haar bladeren, samengesteld als veren van een exotische vogel, zijn soms doordrongen van een dieprode gloed, een levendig contrast met het groen om haar heen. Met deelblaadjes die rijkelijk zijn ingesneden, creëert ze een betoverend silhouet, waar de randen van het blad zich uitstrekken als grillige kunstwerken, gevormd door de hand van Moeder Natuur zelf. Zo is de reigersbek niet alleen een plant, maar een levend kunstwerk dat de verbeelding prikkelt en bewondering oogst, waar ze ook haar wortels schiet.
Bloei
De plant bloeit, vanaf het begin van de lente tot eind oktober, met prachtige roze bloempjes. Onder een macro-lens zijn het echte juweeltjes. Er zijn 5 kroonbladen, waarvan er 2 kleiner zijn dan de rest. Bovendien heeft de bloem 5 kelkbladen en 10 meeldraden (moeilijk te zien). Bij gewone reigersbek hebben de kleinere kroonbladen een donkere vlek aan de basis. De behaarde vruchten zijn 1-4 cm lang. De zaden behouden hun kiemkracht zeer lang, wellicht langer dan vijf jaar.
Wetenswaardigheden
Deze bescheiden schoonheid in de plantenwereld speelt een cruciale rol als gastheer voor de rupsen van het prachtige Bruin blauwtje. Deze vlinder, met zijn warme lichtbruine kleur en betoverende vleugels versierd met zwart-witte en oranje stippen aan de uiteinden, is een ware blikvanger.
De rupsen van het Bruin blauwtje hebben een bijzondere relatie met de gewone reigersbek. Deze plant is niet zomaar een voorbijganger in het leven van de rupsen; het is hun toegewijde waardplant. Deze term verwijst naar de unieke band tussen de rupsen en hun voedselbron, waarop ze zich vaak exclusief voeden. Voor de rupsen van het Bruin blauwtje is de gewone reigersbek een thuis, een buffet en een levenslijn, allemaal in één.
Het is een ontroerend voorbeeld van de delicate balans en de prachtige symbiose in de natuur. Terwijl de reigersbek trots haar bloemen ontvouwt en de zon vangt, is ze ook een schuilplaats en een voedingsbron voor de toekomstige vlinders die haar hartelijkheid zullen erven. Op die manier is de gewone reigersbek een onmisbare schakel in de cirkel van het leven, een symbool van verbondenheid en vitaliteit in de natuur.
Medicinaal
De hele plant is samentrekkend en hemostatisch. Vroeger werd hij gebruikt bij de behandeling van baarmoeder- en andere bloedingen.
Extern werd de plant gebruikt bij dierenbeten, huidinfecties enz… Een blad van de gekauwde wortel is aangebracht op zweren en huiduitslag. Een thee gemaakt van de bladeren werd gebruikt als zweetdrijvend en diureticum. Een infusie werd gebruikt bij de behandeling van tyfuskoorts. De bladeren werden geweekt in badwater voor de behandeling van reuma. Een papje van de zaden werd aangebracht op jichtige tyfus. De zaden bevatten veel vitamine K.
Alhowel de plant niet als giftig bekend staat kan het gebruik ervan bijwerkingen hebben. Het is niet wenselijk om het aan kinderen, zwangere en zogende moeders te geven. Ook in geval van diabetes en hypertensie, tromboflebitis, spataderen, verhoogde bloedstolling niet gebruiken.
Culinair
De hele plant zou eetbaar zijn, met een smaak die vergelijkbaar is met scherpe peterselie. Geoogst in het voorjaar, voordat de plant bloeit, zijn de jonge bladeren lekker en voedzaam. Ze kunnen rauw of gekookt gegeten worden. De bladeren worden toegevoegd aan salades, sandwiches, soepen enz… Jonge stengels werden vroeger rauw gegeten, en de wortel werd gekauwd door kinderen, als een kauwgom.
Belangrijke opmerking
Deze site vervangt geen deskundig advies voor medische behandeling. Ook wat betreft de op deze website aangeboden culinaire recepten mag u deze niet beschouwen als deskundig advies. Daarvoor dient u zich te richten tot een gehomologeerde arts, fytotherapeut, herborist of diëtist.
Op eigen houtje experimenteren met planten raden we sowieso altijd af. Plantenpreparaten kunnen ook bijwerkingen hebben als ze samen gebruikt worden met reguliere geneesmiddelen. Lees daaromtrent onze disclaimer. Klik hier!
Dit artikel over de medicinale toepassingen van de witte dovenetel is een bijdrage van onze medewerker Broeder Yvan Jacques, herborist en abt van het monasterium Mariakluizen te Brakel (Zegelsem.) Ze zijn er weer ! De brandnetels en zijn naaste buur de witte dovenetel of Lamium album …
Deens lepelblad (Cochlearia danica) is een eenjarige plant die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). De soort komt voor op strandvlakten, in duinen en op dijken. De laatste jaren komt de plant steeds vaker voor langs wegen die in de winter gepekeld worden. Deens lepelblad staat …
Op de muren van het Kantcentrum in de Balstraat bloeit al enkele weken een fris lila bloemetje. Het heet de Kleine Aubrieta. Volgens bepaalde bronnen werd het plantje daar al in 1966 waargenomen en het houdt goed stand. Een echte exoot, een tuinvlieder. (Zie *: Stadsflora van de Lage Landen) en ( Verloove & Van Landuyt 2006 – zie **)
Het verschil tussen de gewone Aubrieta en de Kleine aubrieta zit hem in details.
Kleine aubrieta is een geslacht uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). Het geslacht is door Michel Adanson vernoemd naar Claude Aubriet, een Franse schilder van bloemen. Het geslacht is afkomstig uit het zuiden van Griekenland en Italië, maar de planten komen nu als verwilderde tuinplant in geheel Europa voor. Aubrieta is een zodenvormende alpiene plant, dat gekleurde tapijten van witte, violette, paarse, blauwe, roze bloempjes vormt. Het groenblijvend, licht zilvergroen blad is ovaal met grof gesneden randen.
Alien plants of Belgium
Ook op de website Alien plants of Belgium wordt de plant vermeld
“Aubrieta columnae Guss. (SE-Eur.) – Een zeldzame, lokaal genaturaliseerde ontsnapping uit de teelt. Voorheen gezien op een grindoever van de rivier de Vesdre in 1896. Goed gedocumenteerd van een oude muur in de stad Brugge (Balstraat): daar voor het eerst verzameld in 1966 en nog steeds in overvloed aanwezig op de zonovergoten top van dezelfde muur (Verloove & Van Landuyt 2006). In de afgelopen jaren ontdekt op verschillende extra plaatsen, meestal in Wallonië (bijvoorbeeld in Dinant en Gimnée). Ongetwijfeld elders over het hoofd gezien.”
Geselecteerde literatuur
Verloove F. & Van Landuyt W. (2006) Aubrieta columnae, sinds tientallen jaren standhoudend op een oude muur in Brugge (West-Vlaanderen, België). Dumortiera 88: 27.
Bronnen en meer informatie
* Stadsflora van de Lage Landen – Ton Denters (ISBN 978 90 5956 973 7, bij Fontaine Uitgevers, Tweede druk 2020) pg. 344 en 52
** Verloove F. & Van Landuyt W. (2006) Aubrieta columnae, sinds tientallen jaren standhoudend op een oude muur in Brugge (West-Vlaanderen, België). Dumortiera 88: 27.
Over hondsdraf hadden we eerder al. Vandaag laten we onze medewerkster Andrea Bleeker aan het woord over de culinaire toepassingen van deze plant. De eerste blaadjes van de hondsdraf gaan in de sla. De prachtige, blauwe bloempjes kunnen gebruikt worden om borrelhapjes te versieren. Hondsdraf …
Welke plantensoorten dienden om bier te brouwen, leer te looien, inkt, touwen en kleren te fabriceren, papier te maken, om ongedierte te verjagen, vlekken te verwijderen of te gebruiken als tabak-, thee- en -koffiesurrogaat, poetsmiddel, stalstrooisel? Alle planten die in de velden, in bossen en …
Ik heb ‘hondsdraf’ altijd een vreemde, geheimzinnige naam gevonden. Hondsdraf, met zijn mysterieuze klank die een samensmelting lijkt van twee totaal verschillende werelden. Op de één of andere manier roept het eerste deel van de naam beelden op van mijn trouwe, kwispelende viervoeter, terwijl het tweede deel me doet denken aan dravende paarden. Maar wacht eens even, honden die draven als paarden? Dat klinkt als een scène uit een surrealistische droom. Het is hoog tijd om de waarheid achter deze intrigerende naam te ontrafelen.
De verklaring vonden we op de website “Plant(en)namen”. (Zie bronnen onderaan dit artikel)
Naamgeving
De naam is waarschijnlijk afkomstig van een heel oud, Gotisch woord: Gunderaba.
Gund betekende etter, zweer of wond; en reba betekende rank. Het woord verbasterde naar gonderave, gondrave, hondrave, hondsdraf.
In de donkere middeleeuwen kreeg deze plant de naam ‘wondrav’, een naam die later evolueerde naar het betoverende ‘wondrank’. Dit veelzijdige kruid, geprezen om zijn helende krachten, bracht verlichting bij wonden, jeuk, sciatica en zwellingen.
In het Middelnederlands bestond een plant met de naam ‘goutdraue’ (lees: gontdrāve). Dit kruid, met zijn lange uitlopers die als een weelderige mantel over de aarde kropen, diende als een krachtig tegengif voor diverse huidaandoeningen. Vanouds werd het kruid gebruikt tegen zwerende of ontstoken wonden. Men kauwde op het blad en legde het op ontstoken wonden om ze te laten genezen.
In 1554 wordt hondsdraf in het Cruydeboeck van Rembertus Dodonaeus ‘Onderhave’ genoemd. (deel 6 kapittel 6, bladzijde 716-717). Hij schrijft: “Dit cruyt wordt gheheeten in Griecx Chamaecissos/ In Latijn Hedera terrestris ende Corona terrae/ ende met die namen eest in die Apoteken bekent. In Hoochduytsch Gundelreb. In Neerduytsch Onderhave, In Franchois Lyarre terrestre.” (Bladzijde 718)
Door de eeuwen heen kreeg het plantje vele namen: aardveil, blauwe muur, gesûndheitsbled, kruip door de hage en kruip door de tuin. In Engeland: gill-go-over-the ground of ground ivy. In Amerika luistert het o.a. naar de welluidende naam ‘creeping Charlie’. 😉
Glechoma hederacea L.
De officiële wetenschappelijke naam is Glechoma hederacea L.
Glechoma komt van ‘Glechon’ (Grieks) en hiermee werd een bepaalde munt- of tijmsoort bedoeld. Dit verwijst naar de familie van de plant: de lipbloemigen.
Hederacea komt van ‘Hedera’ (Grieks) en betekent ‘klimop’. Dit omdat de bladeren van deze plant enige gelijken op klimop. Ook kan hier het klimmend en kruipend groeigedrag mee worden bedoeld.
Meestal staat er achteraan de wetenschappelijke naam een afkorting. Dit is de afkorting van een wetenschapper of botanicus die deze plant deze plant heeft ontdekt en heeft beschreven. In dit geval staat de L. voor Carl Linnaeus. In 1753 beschreef hij Glechoma hederacea in de publicatie ‘Species Plantarum’. Het is geaccepteerd als het formele beginpunt van de botanische nomenclatuur.
Beschrijving
De plant wordt 15-60 cm groot. De vierkante stengel is liggend tot rechtopstaand en wortelt op de knopen. De bladeren zijn niervormig met een gekartelde rand. Hoe zonniger de standplaats, des te kleiner de bladeren. Van maart tot juni zijn paarse bloemen te zien die in een schijnkrans staan. De onderlip is aan het einde in tweeën gespleten en de bovenlip is vlak en niet bol. Er zijn tweeslachtige en functioneel vrouwelijke exemplaren. De laatste hebben duidelijk veel kleinere bloemen. Hondsdraf doet het praktisch overal. Je kan het zowel in een border, tussen de straatstenen als aan de waterkant aantreffen.
Medicinaal gebruik
Hondsdraf wordt al eeuwenlang in de traditionele geneeskunde gebruikt om milde longproblemen, hoest en bronchitis, maagaandoeningen, diabetes en ontstekingen te behandelen.
Rembertus Dodoens schrijft verder in het Cruijdeboeck deel 6, capitel 7, bladzijde 717 “Kracht ende werckinghe.Onderhave in water ghesoden (?) ende ghedroncken opent die verstoptheyt van der levere ende van der milten/ ende es seer goet seven daghen achtereen ghebruyckt/ denghenen die de geelsucht hebben.”
“Onderhave in der selver manieren dertich oft veertich daghen ghebruyckt es goet den ghenen die dat sciatica – dat es pijne in die hope – hebben.”
“Dit self cruyt ghe…(?) ende in die ooren ghesteken neneempt dat tuyten ende gheneest dat qualick hooren.”
Hondsdraf werd dus blijkbaar voor verschillende doeleinden aangewend. Van de behandeling van lever- en miltklachten, over sciatica tot oorsuizen (tinnitus).
Vrouwen namen het bij menstruatieproblemen. De ontstekingsremmende eigenschappen maakten het een populaire keuze voor de behandeling van hoest en spijsverteringsproblemen. Deze eigenschappen werden recent uitvoerig bestudeerd, maar er is echter meer bewijs nodig om de effectiviteit voor deze toepassingen te beoordelen.
Vanouds werd het kruid gebruikt als kruid tegen zwerende of ontstoken wonden. Men kauwde op het blad en legde het op ontstoken wonden om ze te laten genezen.
De pijn die door brandnetelprikken wordt veroorzaakt, verdwijnt op slag als men een gekneusd blaadje van hondsdraf op het wondje legt. Het aardige is bovendien, dat de hondsdraf en de brandnetel vrijwel altijd dicht bij elkaar groeien. Men zou de hondsdraf daarom de ‘eerste hulp bij brandnetelprikken’ kunnen noemen.
Van de pijnstillende werking van de jonge hondsdrafblaadjes kunnen ook lijders aan jicht en reuma profiteren. In dit geval moet men een handvol blaadjes in een linnen zakje doen en dit in het badwater hangen.
Tenslotte is er dan nog de hondsdrafthee, die door natuurgenezers wordt voorgeschreven bij hoesten, een slechte eetlust, spijsverteringsmoeilijkheden en bij maag- en darmverslijmingen. Men kan de thee maken door drie theelepeltjes gedroogde, jonge blaadjes vijf minuten in (bijna) kokend water te laten trekken. Men moet driemaal daags een kopje van de thee drinken.
(Bron: “Onbekende kanten van bekende planten”, pg. 44-45)
Culinair gebruik
Hondsdraf is al eeuwenlang een smaakvolle toevoeging aan de traditionele keuken. De bladeren en bloemen, het beste als ze jong zijn, geven een robuuste smaak – een eigenzinnige mix van munt, rozemarijn en salie. Avontuurlijke chef-koks voegen het toe aan salades, soepen en stoofschotels.
Op het culinair gebruik komen we later uitvoerig terug in het tweede deel.
Waarschuwing
Hoewel hondsdraf eetbaar kan zijn, is het niet ieders kopje thee – letterlijk. Sommigen kunnen allergische reacties ervaren, dus het is verstandig om in kleine hoeveelheden te bemonsteren als je een ‘first-timer’ bent. Zorg er altijd voor dat planten niet zijn behandeld met pesticiden of herbiciden voordat ze worden geconsumeerd.
Disclaimer
Deze site vervangt geen deskundig advies voor medische behandeling. Raadpleeg altijd een deskundig zorgverstrekker of arts. Ook wat betreft de op deze website aangeboden culinaire recepten mag u deze niet beschouwen als deskundig advies. Daarvoor dient u zich te richten tot een gehomologeerde arts, fytotherapeut of diëtist. Lees daaromtrent onze disclaimer. Klik hier!
Bronnen en meer informatie
“Onbekende kanten van bekende planten”; Hans van den Bosch & Dick Scheps, 1983, Uitgeverij Bigot &Van Rossum BV Baarn. ISBN: 9789061342274
Dit artikel over het medicinaal gebruik van heermoes is een bijdrage van herboriste Andrea Bleeker. Ze ging op bezoek bij collega Yvonne Maassen en zij hadden het vooral over het medicinaal en culinair gebruik van heermoes. De volledige video kan u onderaan dit artikel bekijken. …
Wat een heerlijke verrassing! De eerste zonovergoten dagen van de lente hebben een magische transformatie teweeggebracht in de straten van Brugge. Overal waar je kijkt, schitteren de bloempjes van de muurfijnstraal weer in volle glorie! Dit charmante plantje heeft mijn hart gestolen, en het siert …
Dit artikel werd geschreven door Nele Odeur op haar website Scent & Spice. https://www.scentandspice.nl We danken Nele voor de toestemming om het artikel over te nemen; en we kunnen haar website warm aanbevelen. “Als etnobotanica heb ik wetenschappelijke kennis over het gebruik van planten, als kruidenkundige weet ik hoe je die kennis in het dagelijks leven kunt toepassen, en als verhalenverteller kan ik je daar alles op een boeiende manier over vertellen.” (Nele Odeur)
Paardenbloem
Ik zat eens door de recepten op mijn website te bladeren en merkte tot mijn grote verbazing dat ik nog nooit iets over de Paardenbloem heb geschreven, terwijl het toch één van de meest bijzondere (en mooie!) inheemse planten is.
Paardenbloem (Taraxacum officinale) behoort tot de Composietenfamilie (Asteraceae). De plant heeft een onuitroeibare penwortel. Het blad kan ingesneden zijn en rond of langwerpig. Paardenbloem heeft diepgele lintbloemen, die licht geuren, en een typisch kenmerk van deze familie zijn. Alle delen van de plant bevatten melksap of latex. Dit smaakt zeer bitter en is een belangrijk onderdeel van de medicinale kwaliteiten van de plant. De vruchten zijn de bekende pluizenbollen met de zaadjes aan het eind van de vruchtpluis.
Gebruik
De bladeren, bloemen en wortels van de plant worden gebruikt. De bladeren en bloemen kan je best in het voorjaar plukken, in april en mei. De wortel kan in het voor- of najaar geoogst worden. In het voorjaar is de wortel rijk aan bitterstoffen en in het najaar aan inuline. Beide stoffen komen in veel leden van de Composietenfamilie voor. Afhankelijk van de toepassing kies je dus de oogsttijd.
Paardenbloem wordt zowel culinair als medicinaal ingezet. De bladeren zijn lekker in salade of klaargemaakt als spinazie. De bloemen worden gebruikt in thee en andere culinaire bereidingen, zoals wijn, likeur, jam, etc. Van de wortels wordt onder andere paardenbloemkoffie gemaakt.
Door de grote hoeveelheid vitaminen en mineralen die de Paardenbloem bevat, kan de weerstand van mensen die de plant regelmatig toepassen in hun dieet aanzienlijk verhogen. Het blad en de wortel zijn bitter door de aanwezigheid van bitterstoffen in het melksap. Bitterkruiden worden ingezet vanwege een stimulerend effect op de spijsvertering, omdat de bittere bestanddelen de secretie van maag- en darmsappen stimuleren, waardoor voeding beter verteerd wordt. Paardenbloem is ook in gebruik als stimulant voor de lever en gal, en als urinedrijver.
Let wel op! Paardenbloem kent veel contra-indicaties en interacties met reguliere geneesmiddelen als je het in medicinale doses toepast. Vermijd de plant bij galaandoeningen. Door de galdrijvende werking van Paardenbloem, kan er een opeenhoping van gal ontstaan. Kijk ook uit bij maagzweren, hartfalen, nierfalen, diabetes en bipolaire stoornis, want Paardenbloem kan een interactie hebben met medicatie die hierop gericht is. De plant heeft effect op de leverfunctie. Daardoor is het aannemelijk dat het kruid een interactie heeft met middelen die in de lever worden afgebroken en getransformeerd (en dat zijn er veel). Ten slotte reageren sommige mensen allergisch op de latex in de plantendelen.
Paardenbloemmokka
Warm, bitter, lichtjes zoet. Deze paardenbloemmokka heeft een gelaagde smaak en is een heerlijk herfstig alternatief voor koffie. Kruidenkoffies zijn net als kruidentheeën een alternatief voor de “echte” koffie en thee, maar dan zonder de cafeïne- of theïnekick. Het is een ideaal alternatief voor als je op zoek bent naar een zachtere benadering van je ochtendroutine of ’s avonds op de bank nog iets lekkers wilt, zonder ervan wakker te liggen.
Paardenbloem en cichorei geven de kruidenmokka een bittere en aromatische smaak. Geroosterde paardenbloemwortel is ietwat bitterzoet met een lichte karamelsmaak. Het wordt traditioneel door herboristen gebruikt als ondersteuning voor de lever en spijsvertering. De wortel is, net als cichoreiwortel, rijk aan inuline. Dit heeft een lichtzoete smaak en dient als prebioticum, oftewel voedsel voor de darmflora. Cichorei wordt gebruikt als een traditioneel en goedkoop alternatief voor koffie.
Adaptogenen
Verder zitten er ingrediënten in met adaptogene effecten. Kort gezegd zijn adaptogenen kruiden die de hormonen- en neurotransmitterbalans in het lichaam herstellen en op die manier fysieke en geestelijke stressreacties kunnen verminderen. Reishi (en ook andere medicinale paddenstoelen) zijn populaire toevoegingen aan koffieblends, vanwege het adaptogene effect en als ondersteuning voor het immuunsysteem. Meer informatie over reishi kan hier vinden. Je zou ook voor andere medicinale paddenstoelen kunnen kiezen, zoals chagas, cordyceps of pruikzwam. Rozenwortel heeft een adaptogene werking en is een goede bron van stoffen die de aanmaak van neurotransmitters, zoals dopamine, serotonine en acetylcholine stimuleren, waardoor je beter in je vel zit. Zoethoutwortel zorgt voor een beetje zoetheid, maar heeft eveneens een adaptogene werking en daarmee effect op de stressrespons van het lichaam. Bovendien is de aanwezige glycyrrhizine licht stimulerend, zonder de heftigheid van cafeïne.
Cacao nibs zorgen voor een subtiele chocoladesmaak. Vanwege de aanwezige theobromine werkt het licht stimulerend (maar veel minder dan cafeïne). Kaneel, ten slotte, zorgt voor een hint van zoet, zonder dat er suiker in het recept verwerkt zit.
Wat heb je nodig?
2 theelepels geroosterde paardenbloemwortel
2 theelepels geroosterde cichoreiwortel
1/2 theelepel rozenwortel
1/2 theelepel zoethoutwortel
1/2 theelepel reishipoeder
1 eetlepel cacao nibs
1/4 theelepel kaneel
4 mokken water
2 mokken melk of plantaardige melk
1/4 vanillestokje
Optioneel: kruiden naar smaak, vb. kruidnagel of kardemom
Aan de slag
Doe alle kruiden, behalve het vanillestokje en de optionele kruiden, samen in een pannetje en maak een decoct. Een decoct of afkooksel verschilt van een infusie of kruidenthee, omdat je de kruiden een tijd in het water meekookt. Dit is nodig om de celwanden in de hardere plantendelen af te breken, waardoor aromatische en medicinale stoffen uit de plant makkelijker in het water terechtkomen. Begin met koud water dat je tot koken brengt, want dit verbetert de smaak en onttrekt de plantenstoffen efficiënter.
Laat de kruiden 15 tot 20 minuten koken. Zeef de kruiden eruit met een koffiefilter of door een kaasdoek. Giet het mengsel in 4 mokken (of bewaar een deel in de koelkast voor maximaal 3 dagen). Schuim melk op met een opschuimer, samen met het vanillestokje en optioneel extra kruiden, of verwarm de melk in een pannetje en klop het op. Dit geeft minder schuim, maar smaakt nog steeds lekker. Giet het melkschuim in de mokken en serveer heet. Geniet!
Het is zaterdag 13 april en de natuur ontvouwt haar meest verleidelijke lentecharmes. De zon streelt genereus de aarde en het kwik klimt vrolijk naar een zalige 20 graden. De belofte van een lunch in de boomgaard van de abdij van Zevenkerken na een schier …
Iedereen heeft de akkerpaardenstaart – zo wordt heermoes ook genoemd – al dikwijls gezien; en zeer waarschijnlijk ook even dikwijls hartsgrondig verwenst. Vooral als u een tuinier bent die de bloemetjes graag allemaal op een rijtje heeft. Herkent u zich daarin? Ja? Geen paniek; daaraan gaan …
Ik heb altijd al van de pinksterbloem (Cardamine pratensis) gehouden. Haar delicate tinten van wit tot zachtroze stralen een finesse en gratie uit die betoverend is. Haar natuurlijke charme is zo onweerstaanbaar dat je er meteen door wordt aangetrokken. Maar het heeft me altijd verwonderd waarom de pinksterbloem uitgerekend met Pasen in bloei staat. Pinksteren valt immers ten vroegste op 11 mei en ten laatste op 14 juni. Dan is de pinksterbloem vaak al lang uitgebloeid. Het is bijna alsof ze haar glorieuze piek bereikt… met Pasen. Het valt niet uit te sluiten dat in vorige eeuwen de pinksterbloem wel gebloeid heeft rondom Pinksteren, want de winters waren toen langer en kouder.
Een andere mogelijke verklaring voor de naam is dat de plant bloeit als de pinken, de kalveren, voor het eerst de weide in gaan.
Cardamine
Wat als ik je vertel dat de pinksterbloem zijdelings toch verband houdt met de paastijd en het kruis? Het intrigerende is dat ze inderdaad tot de kruisbloemenfamilie behoort, wat op het eerste gezicht wellicht wat triviaal lijkt, gezien de omvang van die plantenfamilie. Echter, het is de manier waarop haar kroonblaadjes in een kruisvorm staan die het echte familiekenmerk onthult. Verassend, nietwaar? Je zou het haar niet direct toeschrijven, maar ze is toch echt een neefje – of is het een nichtje? – van de kleine veldkers, uit het geslacht Cardamine.
Cardamine komt mogelijk van het Griekse cardamine of kardemom. Pratensis betekent ‘weide’ of ‘in de weide groeiend’. Dat geeft al meteen aan waar je veel kans hebt om de pinksterbloem te vinden: in grasland!
Cardamine kan echter ook zijn afgeleid van het Griekse ‘Cardis’ (hart) en ‘Damao’ (temperen of verzachten). Het kruid werd vroeger namelijk gebruikt bij hartkwalen en kon de pijn verzachten.
Andere benamingen
Bij de Germanen was de pinksterbloem gewijd aan de godin Freya, die we kunnen zien als de goddelijke moeder. De Duitse benaming ‘Muttergottesblume’ herinnert ons hier nog aan.
De pinksterbloem wordt ook wel ‘schuimkruid’ genoemd; wat overeenkomt met de Duitse naam ‘Wiesen-Schaumkraut’, vanwege de voorkeur van het schuimbeestje voor deze plant. Het schuimbeestje is een cicade waarvan de nimf, de larve, leeft in een schuimnest dat doet denken aan speeksel.
De plant wordt ook wel eens verkeerdelijk ‘koekkoeksbloem’ en ‘kievietsbloem’ genoemd. In het Engels heet ze trouwens ‘Cuckoo-flower’. Deze naam verwijst daar dus niet naar het aanstaande Pinksterfeest, maar naar het verschijnen van de eerste koekoek in de lente.
Maar hou je vast voor de volgende luchtige anekdote! De andere Englse naam, “Lady’s-Smock“, kreeg ze omdat haar bloemen vaak opdoken tijdens ‘Lady Day’ op 25 maart. Maar dat is nog maar het halve verhaal! Volgens Richard Mabey’s in zijn boek ‘Flora Britannica’ * is er misschien een ietwat ondeugende kant aan deze naam. In sommige regio’s of historische periodes verwijst een ‘smock’ ook naar loszittend, lichtgewicht damesondergoed dat ook als nachtkleding wordt gedragen. Hij suggereert dat er mogelijks een link is naar wat er allemaal gebeurde in de bloeiende lenteweiden. Oeh-la-la, wie had gedacht dat pinksterbloemen zo’n pikant kantje hadden?
Maar wacht, “Lady’s Smock” zou ook wel eens kunnen refereren aan de Maagd Maria. Er is zelfs een andere naam die de ronde doet: ‘Our Lady’s Smock’. Deze naam is een ode aan het naadloze witte gewaad dat Maria voor Jezus maakte, en dat hij op Goede Vrijdag droeg. Het is alsof de pinksterbloem zelf een vleugje heilige glans draagt, doordrenkt met de tederheid van een moeder’s liefde. Wat een betoverende plant met een tijdloos verhaal!
Het intrigeert me mateloos hoe verwijzingen naar een plant, op een bepaald moment in haar geschiedenis, later worden overschaduwd door bijbelse symboliek, en hoe deze twee betekenissen vaak naast elkaar blijven bestaan. Het is als een dans tussen de wereldse en spirituele interpretaties, waarbij de plant haar eigen verhaal vertelt terwijl ze tegelijkertijd verweven raakt met de diepere betekenis van religie en rituelen. De complexiteit en pracht van deze overlappende verhalen laten de verbeelding werkelijk op hol slaan!
Voorkomen
Op de stoep in het stadscentrum ga je deze plant nooit tegenkomen. Maar in een park, een plantsoentje of een lapje grasland heb je wel kans. Ik vond de plant bijvoorbeeld in het Begijnhof te Brugge en langs de stadswallen. De pinksterbloem komt algemeen voor op grasland, in bermen, aan de waterkant, zeeduinen, heggen en plantsoenen.
Medicinaal
Pinksterbloem wordt nog zelden gebruikt in de kruidengeneeskunde, hoewel een infusie van de bladeren kan worden gebruikt om indigestie te behandelen en de eetlust te bevorderen.
De bladeren en de bloeiende plant hebben antireumatische, krampstillende, diuretische en stimulerende eigenschappen.
De bladeren werden vroeger gebruikt als rauwkost tegen scheurbuik, en de gehele plant bij hartklachten en epilepsie. In de oude volksgeneeskunde stond de plant bekend als probaat middel tegen jicht en reuma. Pinksterbloem bevat veel vitamine C, mineralen en mosterdolie en heeft een stimulerende werking op de stofwisseling; heeft een sterk bloedzuiverende werking, is urine-afdrijvend en werd vroeger al gebruikt om bijvoorbeeld voorjaarsmoeheid te bestrijden. Ook kan deze voorjaarsbloeier worden ingezet om als reinigingskuur te gebruiken. De werking ervan komt overeen met die van de kleine veldkers.
Recent onderzoek suggereert dat pinksterbloemen verschillende chemische verbindingen bezitten, waaronder glucosinolaten, flavonoïden, fenolzuren, vetzuren, aminozuren en mineralen.
Wetenschappelijke studies tonen aan dat de plant veel medicinale eigenschappen heeft: antibacterieel, antidiabetisch, anti-schimmel, anti-infectieus, antiviraal en antioxidant. Dit suggereert dat de pinksterbloem een enorm potentieel heeft die verder onderzoek verdienen.
Culinair
Van april tot mei, nog voor de bloei, zijn de malse, jonge bladeren van de pinksterbloem geschikt voor salades en eenpansgerechten. Je kan de bloempjes rauw opeten.
De bladeren en jonge scheuten worden in het voorjaar geoogst en smaken nogal naar waterkers. De bladeren vormen – bij gebruik in kleine hoeveelheden – een zeer acceptabele toevoeging aan salades. De smaak is eerder pittig. De bloemstengels en bladeren zijn van april tot juni een pittige toevoeging in groentengerechten en ovenschotels. Van pinksterbloemen ga je geen soep koken. De subtiele pracht, pittig in de mond, komt het best tot zijn recht als je de bloemetjes laat zien zoals ze zijn, ter garnering dus van soepen, salades en brood met kaas of drijvend in een glas karnemelk.
Let op: vanaf juni worden de bladeren bitter.
Om problemen vragen
In Duitsland zou degene die de bloem plukte samen met woning en al door de bliksem worden getroffen. In sommige delen van Frankrijk en Engeland werd deze voorjaarsbloem gevreesd omdat men dacht dat adders erg op deze bloem gesteld waren. Als men de bloem plukte zou men binnen een jaar door de slang worden gebeten. Laat ‘m dus maar beter staan.
Ritueel
De ‘Pinksterblom’ of ‘Pinksterbruid’ is een meisje dat door de jongemannen van de gemeenschap werd (wordt?) gekozen uit de huwbare meisjes. De Pinksterblom is een jonge vrouw die de jonge bloeiende vruchtbaarheid verbeeldt. Ze wordt dan versierd met bloemen of kransen door het dorp rondgeleid, gevolgd door een bonte stoet jongens en meisjes. Vaak worden er liedjes gezongen en krijgen de zangers geld of zoetigheden. Daarna wordt er de hele dag feest gevierd.
Het Pinksterblomfeest was in vroeger tijden nauw verbonden met de hoop op vruchtbare akkers, en, ook niet onbelangrijk, een moment waarop jongens en meisjes elkaar konden ontmoeten. Waaruit soms weer letterlijk ‘vruchtbare’ samenkomsten volgden…
De wortels van de Pinksterblomtraditie reiken tot in de middeleeuwen en waarschijnlijk zelfs tot in de Germaanse voorchristelijke tijden.
In sommige streken wordt de plant ook feeëbloem genoemd. Dat kwam waarschijnlijk voort uit de overtuiging dat de plant heilig was voor de feeën, en dus pech had als hij naar binnen werd gebracht.
Belangrijke opmerking
Er is weinig informatie over de bijwerkingen bij het gebruik van de pinksterbloem als voedsel of medicijn, maar dit is geen absoluut bewijs van de veiligheid. Overleg met een medische professional voor gebruik tijdens de zwangerschap of tijdens borstvoeding, of bij inname voor een specifieke aandoening. Lees in dat verband ook onze disclaimer onderaan deze pagina
Bronnen en meer informatie
“Flora Britannica, The Definitive New Guide to Britain’s Wild Flowers, Plants and Trees”; Richard Mabey; 1996; ISBN 9781856193771
“Eetbare wilde planten” ; Steffen Guido Fleischhauer, Jurgen Guthmann en Roland Spiegelberger; ISBN 9789077463253
“Lekker landschap, Smullen van bos & veld”; Michiel Bussink; ISBN 9789492077080