Tijdens het eerste deel van onze ontdekkingsreis door Brugge, samen met bioloog en lichenoloog Tim Claerhout, doken we diep in de betoverende wereld van mossen en korstmossen. We richtten onze aandacht op vijf types die cruciaal zijn voor een experiment dat de impact van hittestress …
In het eerste deel van onze verkenningstocht door Brugge, samen met bioloog en lichenoloog Tim Claerhout, doken we diep in de fascinerende wereld van mossen en korstmossen. We richten onze aandacht op de vijf soorten die centraal staan in een experiment om de invloed van …
Oenothera, behorend tot de familie Onagraceae, is het op een na grootste geslacht met 145 soorten bloeiende planten
Teunisbloem is een hele bijzondere plant. Wanneer andere bloemen hun kopjes bij de schemering sluiten, doet teunisbloemen juist zijn bloemknoppen open. Teunisbloem bloeit de hele nacht. De planten hebben een breed scala aan medicinale eigenschappen.
Teunisbloem (Oenothera) is een geslacht van zo’n 125 soorten eenjarige, tweejarige en vaste planten uit de teunisbloemfamilie (Onagraceae). De teunisbloem staat bekend om haar fraaie, gele bloemen en komt van oudsher voor in Noord- en Zuid-Amerika, maar is ondertussen in vele landen te vinden.
Beschrijving
De Oenothera biennis ofwel de gewone teunisbloem is een rechtop gaande tweejarige plant tot 1,5 meter hoog die in de zomer prachtige grote gele bloemen geeft. Deze geurende bloemen gaan in de avond open, worden dan bestoven door nachtvlinders en verwelken de volgende ochtend.
De plant bloeit van eind juni tot midden november. De zaden van de meeste soorten rijpen van augustus tot oktober. De zaaddoos bevat circa 200 zaadjes waaruit een kostbare olie wordt gewonnen.
Naamgeving
De botanische naam Oenothera betekent ‘ezelsvanger’, van het Oudgriekse ‘oeno’ = ezel en ’thera’ = vangen, achtervolgen. Men gelooft dat de naam refereert aan de giftigheid van de plant die gebruikt kan worden om ezels en andere dieren te vangen. De Nederlandse naam teunisbloem is afgeleid van Sint-Antonius van Padua, omdat de plant bloeit rond diens naamdag.
Geneeskrachtige eigenschappen
De geneeskrachtige eigenschappen van de teunisbloem zijn al vele eeuwen bekend.
Zo gebruikten bepaalde Noord-Amerikaanse indianenstammen extracten van de teunisbloem uitwendig voor het behandelen van wonden, bloeduitstortingen en infecties. Inwendig werd de bloem gebruikt tegen hoesten en verkoudheid. Teunisbloem werd ook gebruikt als kalmerend en urine afdrijvend middel. De plant stond in hoog aanzien bij verschillende indianenstammen als middel om kracht, gezondheid en vitaliteit te verkrijgen.
Gebruik
Teunisbloem wordt gebruikt in huidpreparaten en cosmetica. De olie wordt gecombineerd met vitamine E om oxidatie te voorkomen. Om rode huid tegen te gaan, wordt gemalen poeder gemaakt van de bloeiende stengels gebruikt in gezichtsmaskers. Een gele kleurstof kan worden verkregen uit de bloemen. Teunisbloemzaden zijn belangrijk als vogelvoer.
Medicinaal gebruik van teunisbloem
Kruiden spelen een belangrijke rol in het leven van mensen, aangezien ze worden gebruikt op verschillende gebieden, zoals farmacologie, cosmetica, parfumerie, dranken. Jaren geleden, vóór de ontwikkeling van synthetische drugs, werden kruiden voornamelijk gebruikt als therapie om verschillende soorten ziekten te behandelen.
Intern gebruik
Astma en spijsverteringsproblemen: De bladeren, stengelschors en bloemen kunnen traditioneel worden gebruikt om ademhalingsproblemen zoals astma en spijsverteringsklachten te verlichten.
Kinkhoest: Een siroop van de bloemen kan helpen bij de behandeling van kinkhoest.
Premenstruele en menopauzale syndromen: Teunisbloemolie wordt vaak gebruikt om symptomen van het premenstrueel syndroom (PMS) en menopauze te verlichten.
Huidproblemen: Het is effectief bij de behandeling van eczeem en acne.
Broze nagels: Kan helpen om nagels sterker te maken.
Diabetescomplicaties: De olie kan bepaalde complicaties van diabetes helpen verminderen.
Alcoholgerelateerde leverbeschadiging: Teunisbloemolie kan ondersteunen bij het herstel van de lever.
Multiple sclerose en hyperactiviteit bij kinderen: Hoewel verder onderzoek nodig is, wordt de olie soms gebruikt voor de behandeling van deze aandoeningen.
Extern gebruik
Droge en schilferige huid: Teunisbloemolie wordt vaak aangebracht op de huid om droogheid en schilfering tegen te gaan.
Jeukende huidaandoeningen en broze nagels: Het kan ook worden gebruikt om jeuk en broosheid van de nagels te behandelen.
Bloedcirculatie en auto-immuunziekten
Bloedstolling en bloedvaten: De olie kan helpen bloedstolling te voorkomen, bloedvaten te verwijden en de slagaders flexibel te houden.
Reumatoïde artritis: Door zijn ontstekingsremmende eigenschappen kan het nuttig zijn bij de behandeling van auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis.
Gammalinoleenzuur (GLA)
Teunisbloemolie is rijk aan gammalinoleenzuur (GLA). GLA is een onverzadigd omega-6 vetzuur, dat nauwelijks in de voeding voorkomt en in het lichaam wordt gevormd uit (cis)linolzuur. Het gehalte aan gammalinoleenzuur kan oplopen tot 14%. Door de bijzondere samenstelling kunnen ontstekingen in het lichaam gunstig worden beïnvloed.
GLA heeft een ontstekingsremmende werking, remt onnodige aggregatie van bloedplaatjes, helpt atherosclerose tegen te gaan, ondersteunt de gezondheid van gewrichten, botten en huid, bevordert een normale en regelmatige vrouwelijke cyclus, is goed voor zenuwweefsel, bevordert een normale celdeling en is gunstig voor de geestelijke balans. GLA draagt ook bij aan een normale bloeddruk en een gezonde cholesterolspiegel.
Vrouwenplant
Teunisbloemolie kan vrouwen helpen bij het verlichten van de vervelende symptomen van het premenstrueel syndroom (PMS). Het kan gevoelens van vermoeidheid, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen, gezwollen borsten en buik, krampen en gewichtsschommelingen verminderen. Daarnaast helpt het ook bij het verminderen van pijnlijke menstruaties.
Onderzoek heeft aangetoond dat olie van teunisbloem een kalmerend effect kan hebben op hyperactieve kinderen.
Waarschuwing
Gebruik geen hoge doses GLA tijdens zwangerschap of borstvoeding, omdat er onvoldoende informatie is over de veiligheid. Wees ook voorzichtig met GLA als je antistollingsmiddelen of antiplaatjestherapie gebruikt, omdat GLA de bloedplaatjesaggregatie kan remmen en de bloedingstijd kan verlengen.
Teunisbloemolie kan, net als andere stoffen die invloed hebben op de synthese van hormoonachtige stoffen, interfereren met verschillende medicijnen. Het is belangrijk om te weten dat GLA interacties kan hebben met bloedverdunners, antipsychotica, bloeddrukverhogende middelen, bloedsuikerverlagende middelen, en andere geneesmiddelen.
Andrea Bleeker op YouTube over de teunisbloem
Onze mede-redacteur Andrea Bleeker publiceerde op YouTube een heel interessant filmpje over de teunisbloem. We bevelen dit filmpje ten zeerste aan. Klik op de link onder de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Culinair
De teunisbloem werd oorspronkelijk niet geïmporteerd vanuit Amerika naar Europa vanwege de tegenwoordig geprezen medicinale eigenschappen, maar juist vanwege het gebruik als groente. De hele plant is namelijk eetbaar.
In Frankrijk wordt de wortel van de teunisbloem beschouwd als een delicatesse en staat bekend als “Jambon Végétal” vanwege de hamachtige smaak. Dit maakt het een uitstekend alternatief voor vegetariërs die de smaak van vlees missen.
In Duitsland was de teunisbloem vroeger een populaire groente, en tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de zaden zelfs gebruikt als vervanging voor koffie. De jonge blaadjes van de plant kunnen aan salades worden toegevoegd, terwijl de oudere bladeren, net als andere bladgroenten, kunnen worden gekookt of gestoomd zoals spinazie.
Disclaimer
De informatie op deze website is alleen voor educatieve doeleinden. Deze site vertelt alleen over het traditionele gebruik van specifieke planten zoals vastgelegd in de geschiedenis. Deze informatie vervangt geen persoonlijk medisch advies! Lees daaromtrent ook onze disclaimer.
Stadsplanten hebben ook recht op een beetje vakantie, ja toch? Dus trokken we van het stadsbeton naar het zanderige paradijs van het strand. We verruilden onze stedelijke garderobe voor strandoutfits en, net als de planten, pasten we ons moeiteloos aan. We gingen incognito op avontuur …
Onlangs had ik het plezier om Tim Claerhout te ontmoeten en samen met hem de stad in te duiken voor een fascinerend onderzoek naar korstmossen. Tim Claerhout (° Brugge, 1998) is een gepassioneerde bioloog, opgeleid aan de Rijksuniversiteit van Gent. Momenteel werkt hij aan zijn …
21 juli vandaag! Tijd om even de “Pauze“-knop in te drukken. We zijn al maandenlang dagelijks bezig met het schrijven van artikels voor deze website. Ondertussen zijn dat er al meer dan 220. Vanaf morgen gaan we voor enkele weken met vakantie. Medio september starten we dan weer met de publicatie van nieuwe – en hopelijk interessante – artikels. We wensen al onze volgers, lezers, sympathisanten ook een deugddoende vakantie toe en we hopen jullie allemaal na de zomervakantie terug te zien.
Een laatste keer op safari
Vandaag gaan we voor de tiende en laatste keer dit jaar op safari in de stad. We delen met jullie onze vondsten en voorzien ze van een korte commentaar. Een aantal van deze planten zullen later nog uitvoeriger aan bod komen.
Rood guichelheil
Rood guichelheil (Anagallis arvensis subsp.arvensis) is een plant uit de sleutelbloemfamilie(Primulaceae). Het is één van de weinige planten uit Noord-Europa die scharlakenrode bloemen heeft.
Harig wilgenroosje
Het is haast ongelooflijk hoe eigenzinnig en koppig sommige planten zich kunnen aanpassen aan de omgeving. Het Harig wilgenroosje komt van nature voor op vochtige plaatsen. Hier groeit het onverstoord in de volle zon op een dak. Niet te geloven.
Jakobskruiskruid
Letterlijk overal langs de wegen zie je momenteel het Jacobskruiskruid bloeien. Het is een echte pioniersplant en hij verspreidt zich snel, doordat een volwassen plant 75.000 tot 200.000 vruchten kan produceren. Jakobskruiskruid is giftig voor de meeste zoogdieren, waaronder ook de mens, doordat het zestien verschillende alkaloïden bevat. Het jakobskruiskruid vormt het hoofdvoedsel voor de zebrarups, de larve van de sint-jacobsvlinder (Tyria jacobaea). De rupsen van deze vlinder zijn aangepast aan het eten van jakobskruiskruid en zijn dus niet gevoelig voor vergiftiging.
Beklierde basterdwederik (Epilobium ciliatum)
Er bestaan een aantal soorten basterdwederik die niet altijd gemakkelijk van mekaar te onderscheiden zijn. Met een plantenloep zijn bij de beklierde basterdwederik duidelijk de klierhaartjes te zien.
Viltige basterdwederik
Een andere soort is de viltige basterdwederik. De bladeren en stengels voelen echt viltachtig aan vanwege de ontelbare kleine haartjes. (Zie foto hieronder) Hij komt in geheel Europa voor. In Nederland en België is het een algemene soort.
Wijfjesvaren
Brede wespenorchis
De Brede wespenorchis groeit met name in bossen, duinen en kreupelhout op zandgronden, maar hier stond hij doodleuk aan de rand van een greppel. In Nederland is de plant vanaf 2017 niet meer wettelijk beschermd.
Vlasbekje
Het Vlasbekje (Linaria vulgaris), ook “vlasleeuwenbek” genaamd, is een algemeen voorkomende, overblijvend kruid uit de weegbreefamilie (Plantaginaceae). De plant komt algemeen voor op zandgrond, onder meer op ruderale plaatsen (ruigten, puinhopen), duinen en in wegbermen. Hier aan de kant van het voetpad, midden in de stad.
Wolfspoot
De wolfspoot (Lycopus europaeus) is een overblijvende, waterminnende plant uit de lipbloemenfamilie. In de stad vinden we de plant voornamelijk langs vijvers, kanalen of vestingoevers.
Ik heb soms van die dagen dat een stemmetje in mijn hoofd mij regelrecht naar een merkwaardige plant leidt. Zo ook vandaag! Ik ben op weg van het stadscentrum naar een randparking en op een bepaald moment is het daar: “Hé, waarom zou je niet eens …
Als je dezer dagen langs het water stapt – ’t zij aan de Brugse Ring, aan de Coupure of in een stadspark – dan zie je vaak de roze bloemetjes van het harig wilgenroosje. Het harig wilgenroosje (Epilobium hirsutum) is een 0,8-1,8 m hoge, algemeen voorkomende, …
Eerder schreven we al over het bleek cypergras (Cyperus eragrostis) op deze website (Zie: Stadsplanten: bleek cypergras). Destijds troffen we voornamelijk kleine plantjes aan in de stad. Bij ons recente bezoek aan dezelfde plek stonden we echter versteld: de planten waren uitgegroeid tot indrukwekkende, forse exemplaren. Dit onverwachte groeisucces is een goede reden om het weer onder de loep te nemen.
Deze plant behoort tot de veelzijdige cypergrassenfamilie (Cyperaceae). Dit boeiende gras heeft zijn oorsprong in de moerasgebieden van het westen en zuidwesten van de Verenigde Staten en delen van Zuid-Amerika. In Europa is het een neofyt, wat betekent dat het hier als exoot is gevestigd door menselijke invloed.
Bleek cypergras voelt zich thuis op modderige en verstoorde plekken die in de winter af en toe onder water staan: langs rivieren, in moerassen en natte ruigtes. Deze avonturier werd voor het eerst in België opgemerkt in 1896. Sindsdien is de soort slechts sporadisch gezien op enkele locaties in Vlaanderen en Wallonië.
Vanaf de jaren negentig, en vooral vanaf het begin van de 21ste eeuw, is het aantal waarnemingen, in het bijzonder in Vlaanderen, spectaculair toegenomen. Ondertussen heeft bleek cypergras bijna heel Europa veroverd, en dat is minder goed nieuws. Deze plant heeft namelijk het talent om andere soorten te verdringen. Het groeit sneller dan andere planten, waardoor het al snel de overhand kan krijgen.
Er wordt vermoed dat de zaadjes van het bleek cypergras als verstekelingen zijn meegekomen met geïmporteerde zaden, zoals graszaad of vogelzaad. Zelfs wol wordt genoemd als mogelijke transporteur van deze zaadjes.
Dit laat zien dat met de globalisering van de handel sommige planten elke gelegenheid benutten om verre oorden te veroveren.
Op de website “Exoten in Nederland” is veel informatie te vinden omtrent deze boeiende grassoort. (Zie bronnen en meer informatie)
Kransmuur (Polycarpon tetraphyllum) is een eenjarige plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). Deze soort is betrekkelijk nieuw in onze steden. De verwachting is dat de soort algemeen zal worden in een stedelijke omgeving. Voorkomen In Vlaanderen is kransmuur een urbane soort: ze wordt uitsluitend aangetroffen in …
Als een plant zijn eigen naam zou kunnen veranderen, dan zou akkerkool misschien de eerste in de rij zijn om dat te doen! In het Engels heet het namelijk “Nipplewort” (tepelkruid). Waarom dat zo is dat lees je verder. Ook in het Nederlands wordt het …
De paardenbloemen zijn grotendeels uitgebloeid, en daar is de volgende composiet al om onze gevels mooi geel te kleuren.
Gewoon biggenkruid (Hypochoeris radicata) is een overblijvende plant uit de composietenfamilie (Asteraceae).
Naamgeving
Het Griekse hypo betekent ‘voer’ en chaeris komt van choiros en betekent ‘big’ of ‘zwijn’, dus varkensvoer. Radicata betekent met wortels of met een grote wortel.
Biggen schijnen dol te zijn op de wortels die zij met hun snuit uit de grond wroeten.
In andere talen
Engels: Common Cat’s-ear Frans: Porcelle enracinée Duits: Gewöhnliches Ferkelkraut
Voorkomen
Je vindt gewoon biggenkruid langs muren en wegbermen, in weilanden, graslanden, gazons en verstoorde gebieden.
Beschrijving
De plant wordt tot 60 cm hoog. Het heeft een korte, stevige penwortel.
De rechtopstaande stengels zijn enkelvoudig of vertakt. Ze kunnen in hoogte variëren van enkele centimeters tot meer dan een halve meter. De stengel is overwegend kaal.
De bladeren groeien in een rozet aan de basis van de plant. Ze zijn langwerpig tot lancetvormig met gekartelde randen en een donkere, blauwgroene kleur. De eindlob is breed, driehoekig en afgerond. De bladeren zijn niet gevlekt en zijn vrij stijf behaard.
Er zijn verschillende composieten die sterk op elkaar gelijken. Wil je hulp bij de identificatie, dan kan je terecht op onderstaande websites.
De bloemhoofdjes bestaan uitsluitend uit gele lintbloemen. De buitenste lintbloemen hebben aan de onderkant een blauwachtig grijze streep. Een belangrijk kenmerk zijn de stroschubben aan de onderzijde van de bloemhoofdjes.
Culinair gebruik
De jonge bladen kan je gebruiken in een salade of verwerken als spinazie. De wortels kunnen worden geroosterd en gebruikt als een vervanger voor koffie.
Gewoon biggenkruid in de traditionele volksgeneeskunde
Gewoon biggenkruid werd gebruikt om zijn ontstekingsremmende eigenschappen.
Het kruid zou de urineproductie verhogen. Dit kan helpen bij het wegspoelen van toxines en het verbeteren van de nierfunctie.
Uitwendig kan gewoon biggenkruid worden toegepast op wonden en huidirritaties vanwege zijn vermeende wondhelende eigenschappen.
Gewoon biggenkruid wordt soms verwerkt tot een tinctuur, thee, zalf of toegevoegd aan baden voor huidverzorging.
Credits
Dit artikel is een bijdrage van onze mede-redacteur Nic Carsauw. Nic is auteur en webmaster van de website “Wilde natuur in Mechelen“. We bevelen de website van Nic Carsauw ten zeerste aan.
14 juli 2024. Wat een dag! Vandaag hebben we opnieuw de stad verkend op onze eigenzinnige safari, waarbij onze focus vooral lag op de verbazingwekkende diversiteit aan planten die we op oude muren en tussen de straatstenen aantroffen. Tot onze grote verrassing ontdekten we een …
Tijdens mijn wandelingen door de stad stuit ik steeds vaker op de delicate bleekgele droogbloem, die verrassend genoeg niet alleen tegen gevels opduikt, maar zelfs op de kademuren langs het water te vinden is. Deze plant, die normaal gesproken gedijt in vochtige gebieden zoals oevers, …
Zodra de lente zich op gang trekt verschijnen overal die prachtige, warmgele boterbloemen, zo helder en uitnodigend. Als kind meende ik dat van die gele bloemetjes boter gemaakt werd. Op een dag wou ik de proef op de som nemen en dus stak ik een handvol boterbloemen in de mond. Maar al gauw proefde ik een bittere smaak en spuwde ik het gele goedje weer uit. Was het daardoor dat ik nadien nooit meer boter lustte? Wellicht wel.
Samen met al hun soortgenoten in het geslacht Ranunculus zijn boterbloemen eigenlijk giftig! En alsof dat nog niet genoeg is kunnen de sappen, vooral die van de kruipende en blaartrekkende boterbloem, zelfs huidirritatie en blaren veroorzaken. Ook het vee laat ze staan want de natuur heeft een slimme truc bedacht: een onaangename geur die koeien en paarden uit voorzichtigheid doet besluiten om deze planten met rust te laten.
Maar wacht! Wanneer de bloemen drogen, gebeurt er iets magisch: de giftige stoffen breken grotendeels af. Dus zelfs als ze worden opgenomen in hooi, kunnen ze geen kwaad meer. Het is een verbazingwekkend voorbeeld van hoe de natuur haar eigen oplossingen verzint, zelfs in situaties waarin schoonheid en gevaar hand in hand gaan.
Maar er is nog meer! Het meest giftige deel van de boterbloem bevindt zich namelijk onder de grond, in de wortels. En daaruit blijkt het vernuft van de natuur; de bloem weet zich daarmee te verzekeren van genoeg ruimte om zich heen want de stof die de wortels uitscheiden remt de groei van andere planten.
In de bloeiperiode bevatten de planten het hoogste gehalte aan proto-anemonine. Dat is de vluchtige, gele, olieachtige vloeistof die in het melksap van planten uit de ranonkelfamilie zit. Daarvan is de giftigste – de naam laat het al een beetje vermoeden – de blaartrekkende boterbloem.
U kan dus maar beter mijn experiment niet herhalen en geen boterbloemen eten, al is het aantal ziektegevallen bij mensen ten gevolge van consumptie nagenoeg onbestaande. Kinderen durven er wel eens van proeven maar vanwege de scherpe, onaangename smaak wordt de plant zelden in schadelijke hoeveelheden opgenomen. De brandende en onaangename smaak maakt dat plantendelen niet worden ingeslikt.
Naamgeving
Wist je dat de term Ranunculus zijn oorsprong vindt in het Latijnse woord voor kikkertje? Ranonkels groeien vaak in of langs het water en in vochtige weiden, de plek waar kikkers zich thuis voelen.
Er wordt wel eens beweerd dat de naam boterbloem zou slaan op het vermeende, oude gebruikt om de boter een mooie gele kleur te geven. Maar voor de boterbloem is het beter te geloven dat de naam verwijst naar de glanzende, gele kleur van smeuïge boter.
In het Engels heten alle leden van de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae) Buttercups.
In het Duits heten boterbloemen Hahnenfuß (hanenpoot). Veel boterbloemen hebben ingesneden bladeren. Ze zijn soms zo diep ingesneden, dat de bladschijf op een hanenvoet gelijkt.
Ranonkelfamilie
Boterbloem is geen soort op zich want er zijn namelijk vele soorten boterbloemen. Ze behoren tot het geslacht Ranunculus uit de familie van de Ranunculaceae. In Vlaanderen komen een aantal soorten algemeen voor: de scherpe, kruipende, behaarde, de Grote boterbloem en blaartrekkende boterbloem.
Binnen het kleurrijke geslacht Ranunculus schittert de scherpe boterbloem als één van de vele stralende sterren.
Daarnaast heb je de ondeugende kruipende boterbloem, die overal te vinden is, zelfs waar je hem niet verwacht, zoals in jouw gazon of tuin! De kruipende boterbloem blijft een stuk lager bij de grond.
De behaarde boterbloem lijkt hij op zijn soortgenoten, maar hij is herkenbaar aan de behaarde steel.
De Grote boterbloem is – de naam zegt het zelf – een stuk groter dan de andere varianten.
De blaartrekkende boterbloem is een algemeen voorkomende, middelgrote plant van vochtige tot zeer vochtige bodems.
Het blad is min of meer behaard. De onderste bladeren hebben een lange bladsteel en zijn handvormig en diep ingesneden. De onderste bladeren zijn vijf- tot zevendelig. De bovenste bladeren zijn zittend en geheel in lintvormige slippen gedeeld.
De plant bloeit van april tot in de herfst. De bloem is glanzend goudgeel, in doorsnede 1,5-2,5 cm en heeft vijf kroonbladen. Er liggen behaarde kelkblaadjes tegen de kroon aan en er zijn veel meeldraden. De behaarde bloemsteel is rond en niet gegroefd wat je goed kunt voelen als je probeert om een bloem tussen duim en wijsvinger te laten draaien.
De wortelbladen krijgen later op het midden van de bladschijf vaak een zwarte vlek.
Alle deelblaadjes van het grondblad zijn zittend. Ook het middelste deelblad van het grondblad is ongesteeld.
De kruipende boterbloem (Ranunculus repens)
De soort vermeerdert zich gemakkelijk met zijn kruipende, bebladerde uitlopers die wortelen op de knopen. Hierdoor kan snel een grote oppervlakte bedekt worden. Hij is net als de meeste boterbloemen licht giftig, daarom zullen grazers hem laten staan.
De kruipende boterbloem wordt vanwege de gelijkende bladeren soms verward met de scherpe boterbloem, maar bij de kruipende boterbloem is de steel van het middelste deelblaadje van de onderste bladeren steeds een stuk langer dan bij de twee andere deelbladeren. De bloemsteel is opstijgend met uitlopers en altijd gegroefd, dit is nooit het geval bij de scherpe boterbloem.
Behaarde boterbloem (Ranunculus sardous Crantz)
De stengels zijn afstaand behaard. De lichtgroene stengelvoet is niet of nauwelijks verdikt De planten vormen naar boven toe breder wordende polletjes. De lichtgroene bladen zijn tot de voet in drieën gedeeld. Ze zijn vaak glanzend met lichtere vlekken.
De lichtgele bloemen hebben lange, behaarde stelen. De kelk is ruw behaard, de kroonbladen zijn goudgeel, soms meer dan 5 in getal. De kelkbladen zijn teruggeslagen. De bloembodem is behaard. De bloemstelen zijn gegroefd.
De vruchtjes hebben langs de rand vaak een rij knobbeltjes en meestal een korte bijna rechte snavel.
De Grote boterbloem (Ranunculus lingua)
In het rijk van de boterbloemen is er één soort die er met kop en schouders bovenuit steekt: de Grote boterbloem, oftewel Ranunculus lingua. Deze indrukwekkende planten kunnen maar liefst een meter hoog worden, een ware reus onder zijn soortgenoten. En alsof dat nog niet genoeg is, dragen ze ook nog eens bloemen met kroonbladen die groter zijn dan die van de gemiddelde boterbloem, stralend in een prachtige goudgele kleur.
Maar het zijn niet alleen de bloemen die indruk maken. De bladeren aan de onderkant van de behaarde stengels zijn tongvormig, terwijl de bladeren hoger op de plant langwerpig zijn en een licht gegolfde rand hebben. Deze majestueuze planten voelen zich thuis langs waterkanten en in vochtige gronden. Ze verdraagt geen brak water en kan niet tegen verontreiniging.
Blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus)
Deze boterbloem trekt direct de aandacht. Haar bloemen, kenmerkend voor haar soort, zijn een unieke verschijning. De vijf kroonblaadjes staan ver uit elkaar, terwijl het imposante vruchthoofdje als een blikvanger in het midden prijkt. De robuste stengel contrasteert mooi met de bloemen, alsof hij trots de rol van steunpilaar vervult.
Deze plant geeft de voorkeur aan de weelderige bodem van stikstofrijke, vochtige grond. Je vindt haar vaak aan de waterkant.
Schijn bedriegt soms! Pas op voor de verraderlijke blaartrekkende boterbloem! Terwijl alle boterbloemen giftig zijn door de aanwezigheid van de stof proto-anemonine, geldt dit in het bijzonder voor de blaartrekkende boterbloem: deze staat bekend als de giftigste boterbloem. Wanneer de bladeren gekreukt, beschadigd of vermalen worden, veroorzaken ze op de huid lelijke zweren en blaren. Wees dus uiterst voorzichtig, want een ontmoeting met deze giftige diva kan desastreuze gevolgen hebben voor de onwetende wandelaar.
In de Middeleeuwen schijnt de bloem door bedelaars gebruikt te zijn om meelijwekkende zweren mee te maken.