Naast enkele andere typische stadsplanten zoals gehoornde klaverzuring, straatliefdegras, geelrode naaldaar en harig vingergras, heeft ook kransgras zich definitief gevestigd als een trouwe bewoner van onze stedelijke omgeving. Ook in Brugge kan je deze soort frequent aantreffen.
Deze soort sluit zich aan bij de steeds groter wordende groep stedelijke grassen van zuidelijke oorsprong.
De soort komt van nature namelijk voor in het Middellandse Zeegebied, Noord-Afrika, Zuidwest Azië en Noordwest India en is van daaruit verder verspreid naar Zuid-Afrika, Amerika en Australië. (Wikipedia)
Voorkomen
Kransgras is in Nederland ingeburgerd, in Vlaanderen komt het steeds vaker voor en is ingeburgerd in stedelijke gebieden zoals Aalst, Antwerpen, Blankenberge, Brugge, Gent en Oostende.
Je vindt het op stortplaatsen, langs muren, sloten en poelen, tussen plaveisel en in bermen.
Naamgeving
Polypogon komt van het Griekse polys (veel) en pogon (baard), vanwege de gebaarde aar. Viridis betekent groen.
Beschrijving
De plant wordt 10-40 cm hoog en vormt slanke stolonen, die op de knopen wortelen. Kransgras heeft geknikte opgaande stengels, die 20-100 cm lang zijn. Het lijnvormige, 3–12 cm lange en 2–8 mm brede blad is aan beide kanten ruw. Het tongetje is 2-5 mm lang. Kransgras bloeit vanaf juni tot in september.