De lezer weze bij deze gewaarschuwd: heksen, trollen en kobolten loeren om de hoek bij het horen van de naam alleen al: zwarte nachtschade (Solanum nigrum s. nigrum). Heksen gebruikten – en misschien doen ze het nog – de gitzwarte bessen bij de bereiding van hun toverdranken. Al waren de onrijpe, groene bessen nog beter geschikt voor hun gifmengsels. Sowieso is groen bij de nachtschadefamilie, waarvan aardappel en tomaat ook lid zijn, altijd een aanwijzing voor giftig. Denk maar aan het woord ‘gifgroen’.
Giftige bessen
In de herfst kan je zowel de bloempjes als de zwarte bessen samen aan de plant vinden. Maar laat je niet verleiden tot het proeven van enkele rijpe besjes om te zien of je er al dan niet dood van gaat. De vergiftigingsverschijnselen treden pas zes tot twaalf uur na inname op. De dood volgt door een hartstilstand en het stoppen van de ademhaling. Dus als je denkt: “Hé, ik ga niet dood”, dan kan het toch jouw laatste experiment geweest zijn.
Medicinaal gebruik
Maar goed, we gaan ervan uit dat je een verstandig mens bent en dat je de planten vanuit botanisch en medisch oogpunt bekijkt. En dat kan ook! In Ayurvedische teksten wordt de zwarte nachtschade genoemd als een belangrijk ingrediënt in kruidenmedicijnen. Het kruid werd door de oude Grieken gebruikt bij de behandeling van ontstekingen. De geslachtsnaam ‘Solanum’ komt trouwens van ‘solari’, en dat betekent ‘pijn stillen’.
Vroeger meende men dat deze plant nachtmerries verdreef. Het woord ‘nachtschade’ komt vermoedelijk van het middeleeuws woord ‘nachtschaduw’.
Kruidengeneeskunde
In de kruidengeneeskunde gebruikt men de zwarte nachtschade bij maagirritatie , krampen, spasmen, pijn, nervositeit en vele andere aandoeningen, maar er is geen degelijk wetenschappelijk bewijs om dit gebruik te ondersteunen. Hier en daar lees je dat de plant – mits voldoende afkoken en meermaals afgieten van het kookvocht – eetbaar zou zijn. Maar dit is geen betrouwbare info. Ook voor dieren zoals runderen, varkens en paarden is de plant overigens giftig. Ze laten het kruid onaangeroerd.
Ruigtekruid
De zwarte nachtschade is een echt ruigtekruid. Als pionier is zwarte nachtschade overal te vinden waar open, voedselrijke grond voorhanden is: zoals moestuinen, verstoorde bermen, braakland, stortterreinen, drooggevallen oevers. Geen wonder dat hij het in de stad goed doet op plaatsen waar honden met regelmaat het achterpootje heffen. Als je reukorgaan je niet in de steek laat dan neem je ook vaak een geurtje waar op de plaats waar je de Zwarte nachtschade vindt.
Beklierde nachtschade
In de stad wordt de zwarte nachtschade steeds meer verdreven door de beklierde nachtschade (Solanum nigrum subsp. Schultesii). Het is een soort die pas in de vorige eeuw vanuit Zuid- en Oost-Europa onze steden is binnengedrongen.
De beklierde nachtschade onderscheidt zich van de zwarte nachtschade door zijn opgerichte gewone haren en meercellige klierharen. Met een loepje of onder de microscoop zijn die klierharen goed te zien Ook is de stengel minder kantig dan die van de zwarte nachtschade.
De klierharen van de beklierde nachtschade onder de microscoop
Onlangs zagen we de beide broertjes … broederlijk naast mekaar, en het verschil in beharing was goed te zien.