Gewone melkdistel
De gewone melkdistel (Sonchus oleraceus) is één van de eerste planten die mijn vader mij, toen ik nog een kleuter was, leerde kennen. Geen wonder want de moestuin stond er vol van. Bij zoverre dat ik dacht dat het geteelde groente was. De naam ‘melkdistel is niet toevallig. Vader brak een stengel door en toonde mij dat er ‘melk’ uit vloeide, en toen hij er mij liet van proeven barstte hij in een schaterlach uit bij het zien van mijn gezicht. Het smaakte inderdaad erg zuur, maar ik zal het nooit meer vergeten.
We spreken van de ‘gewone’ melkdistel omdat er meerdere soorten distels bestaan, o.a. de gekroesde melkdistel die een stekeliger bladrand heeft. Ze behoren beiden tot de Composietenfamilie of Asteraceae. In de stad is de plant vaak te vinden tegenaan de gevels of aan de voet van muren.
Gebruik
Precies omwille van dat witte melksap dacht men vroeger dat de plant de eigenschap had om bij zogende vrouwen de melkproductie te verhogen. Wat uiteraard niet waar is.
De melkdistels in vaders moestuin hadden inderdaad als groente kunnen gebruikt worden want de wetenschappelijke soortnaam wijst er op dat de jonge bladeren vroeger als een soort sla of kool gegeten werden. Oleraceus komt namelijk van Olus (Latijn) hetgeen ‘eetbaar’ betekent. De naam Sonchus heeft te maken met het woord Somphos (Grieks) wat ‘week’ of ‘hol’ betekent. Dit slaat op de holle, gemakkelijk breekbare stengel.
De mariadistel (Silybum marianum) wordt ook wel eens melkdistel genoemd vanwege de melkwitte vlekken op zijn blad, en dat kan tot enige spraakverwarring leiden.
Net als zijn familielid de paardenbloem vormt de melkdistel na de bloei een pluizenbol, maar veel kleiner dan deze. De zaadjes worden aan ‘parapluutjes’ door de wind de lucht ingeblazen.
Het zijn pioniers onder de distels die je – zoals hier in Brugge – tot de voordeur kan tegenkomen. Ze bloeien vanaf mei tot in de herfst. Je kan de gewone melkdistel goed herkennen aan de bloemhoofdjes die uit lichtgele lintbloemen bestaan, en aan de bladeren die stengelomvattend zijn. (Zie foto)
Medicinaal gebruik
Vroeger stond de melkdistel hoog in aanzien als waardevolle, geneeskrachtige plant. Het melksap uit de stengel en de bladeren is het meest geneeskrachtige deel van de plant en werd verdund ingenomen. Het werd gebruikt bij kortademigheid, leverzwakte en brandend maagzuur. Ook tegen koorts werd het vroeger vaak ingezet. Verder ook om de menstruatie te stimuleren.
Onverdund gebruikte men het melksap om wratten aan te stippen. Verdund aangebracht werd het ook gebruikt bij ontstekingen, uitslag en aambeien. Met plantenolie en wat zout werd het melksap vroeger gebruikt bij oorontstekingen en zelfs tegen doofheid. Daartoe werd het mengsel op een watje gedruppeld en in het oor gedaan.
Deze plant wordt door velen aanzien als een ‘onkruid’ dat op vele bermen, in straten en naast beken gevonden wordt. Oorspronkelijk werd het gebruikt als voedingssupplement om de borstvoeding bij jonge moeders te bevorderen, bij menstruele problemen, depressies en om de symptomen van spataderen te verlichten. Momenteel is deze plant nog gegeerd bij de behandeling en preventie van leverziekten. (Al heeft men het dan meestal over de Mariadistel waarover verder meer)
De menselijke lever kan beschadigd raken door ziekte, milieutoxines of te leiden hebben aan de gevolgen van alcohol of drugs. Melkdistel helpt om leverschade te voorkomen of te verzachten. De voordelen van de melkdistel zijn ronduit geweldig.
Mariadistel medicinaal
Purasana heeft een product met mariadistel op de markt gebracht gemaakt uit het zaad van de Silybum marianum. Het zaad bevat de stof silymarine. Deze sterke antioxidant biedt bescherming tegen vrije radicalen als gevolgen van stress, het drinken van alcohol of luchtvervuiling.
Daarnaast heeft mariadistel een zuiverende werking. Zo wordt mariadistel al eeuwen gebruikt voor de zuiverende werking van de lever en de galblaas.
Onderzoekers noemen het een slim kruid, omdat het lijkt te weten wanneer nieuwe cellen moeten geproduceerd worden en wanneer ze de productie van slechte cellen, zoals kankercellen een halt moeten toeroepen.
Culinair
Mensen eten de melkdistel vrijwel niet meer, maar dieren zijn er dol op. Dat dieren de Melkdistel gaarne aten kunnen we opmaken uit de vele volksnamen die daarop attenderen. We vinden vermeld ganzendistel, hazendistel, hazenkool, hazenlatuw, hazensla, konijnblaren, konijnenkruid en schapendistel. Hij is niet alleen eetbaar maar ook gezond. Volgens de Griekse mythologie had Theseus, voor hij het labyrint inging, melkdistel gegeten, zodat hij sterk genoeg was om de Minotaurus te verslaan.
Melkdistelblad kun je ook gebruiken als spinazie. Het smaakt een klein beetje bitter en het is ook iets meer kauwen dan spinazie. Ik heb het nog niet geprobeerd! 😉
Bronnen en meer info
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.