Halvemaantjesmos
Levermos
Tot nog toe bespraken we vooral bladmossen. Maar vandaag komt een vertegenwoordiger van de levermossen aan de beurt: het halvemaantjesmos (Lunularia cruciata)
Het halvemaantjesmos is een levermos uit de familie van de Lunulariaceae. Het wordt gevonden tussen kasseien in oude binnensteden, langs oevers van rivieren en op paden van oude landgoederen. Het kwam waarschijnlijk in de 19de eeuw in plantenpotten vanuit het Middellandse Zeegebied naar hier.
Dit levermos is te vinden in verschillende delen van de wereld en gedijt goed in vochtige, schaduwrijke gebieden zoals bossen, rotsachtige hellingen en vochtige gronden.
De naam, afkomstig van het Latijnse Luna (maan) verwijst naar de maanvormige bekers op de thallus. Je vindt het vaak samen met parapluutjesmos, wat ook een levermos is.
Bouw
Halvemaantjesmos staat bekend om zijn platte, lobvormige thalli (de vegetatieve structuren van levermossen) die zich horizontaal uitstrekken over het oppervlak. De naam “Halvemaantjesmos” is afgeleid van de halfcirkelvormige inkepingen langs de randen van de thalli, die lijken op halve manen. Deze inkepingen huisvesten vaak kleine structuren genaamd gemmae (zie 1), die een rol spelen in de aseksuele voortplanting van het mos.
Wanneer waterdruppels de thallus raken, worden de gemmae uit de bekers losgelaten en verspreid om nieuwe, genetisch identieke, individuen te creëren.
Habitat
Halvemaantjesmos geeft de voorkeur aan vochtige, schaduwrijke plaatsen zoals de fundamenten van vochtige muren, vaak dicht bij menselijke bewoning. Het komt ook wel eens voor als ‘onkruid’ in tuinen en kassen. Soms is het te vinden op rand van de rijstrook of schaduwrijke grond, en vaak overvloedig op slibachtige keien.
Geslachtelijke voortplanting
Halvemaantjesmos heeft een interessante levenscyclus. Het is vaak te zien op vochtige stenen, boomstammen of op de grond, waar het een belangrijke rol speelt in het ecosysteem door bij te dragen aan bodemvorming en het bieden van habitat voor verschillende micro-organismen.
Als alternatief voor de ongeslachtelijke voortplanting kan het Halvemaantjesmos zich ook seksueel voortplanten door middel van sporen. Sporen zijn geen zaden! Na bevruchting komen deze sporen vrij en verspreiden ze via de wind, waar ze zich zullen vestigen en groeien in gebieden met toegang tot water.
Bijzonder kenmerkend zijn de halvemaanvormige broedbekers, die het mos aan zijn naam hebben geholpen. Die groeien aan het einde van de lobben, waarin talrijke broedschijfjes worden gevormd. Dit zijn schijfvormige broedkorrels met een doorsnede van ongeveer een halve millimeter.
De plant is tweehuizig. Er zijn dus mannelijke en vrouwelijke planten. De soort verspreidt zich vooral met broedkorrels (ongeslachtelijk) en vormt zelden sporen.
Nota
(1) Gemmae zijn gespecialiseerde voortplantingsstructuren bij bepaalde planten, met name bij bepaalde mossen, levermossen en algen. Deze structuren zijn betrokken bij de ongeslachtelijke voortplanting. Gemmae zijn meestal kleine, multicellulaire structuren die zich ontwikkelen in specifieke delen van de plant, zoals op de bladeren of in speciale structuren zoals de gemmae cups bij mossen.
De voortplanting via gemmae omvat meestal het loslaten van deze structuren, die dan kunnen uitgroeien tot nieuwe individuele planten onder gunstige omstandigheden. Deze ongeslachtelijke manier van voortplanten helpt planten om zich snel te verspreiden en nieuwe populaties te vormen, zonder de noodzaak van sexuele voortplanting en zaadvorming.
Bronnen en meer informatie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Halvemaantjesmos
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30605https://www.naturespot.org.uk/species/crescent-cup-liverwort
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.