Parapluutjesmos (Steenlevermos) – Marchantia polymorpha
Planten zijn fundamenteel voor het leven op onze prachtige planeet. Een episch hoofdstuk in de geschiedenis van de Aarde ontvouwde zich toen planten de aardse omgeving begonnen te koloniseren. Ongeveer 480 miljoen jaar geleden betraden landplanten, ook wel embryophytes genoemd, het toneel.
Te midden van deze grootsheid schittert parapluutjesmos als een kosmopolitisch symbool van prachtige verscheidenheid. Dit levermos is een afstammeling van de pionierplanten die als eersten op het land verschenen
Parapluutjesmos is een type levermos, een niet-vasculaire plant, die behoort tot de orde van de Marchantiales. Leverkruiden behoren tot de vroegste landplanten en worden gekenmerkt door hun eenvoudige structuur.
Net als andere leverkruiden heeft het geen vaatstelsel en verankert zichzelf niet met echte wortels, maar met zeer lange, enkele cellen die rizoïden genoemd worden. De rizoïden die als hechtdraden fungeren nemen – in tegenstelling tot wortels – geen water en voedingsstoffen uit het substraat op.
Voorkomen
Deze soort groeit vaak in door de mens gemaakte habitatten zoals tuinen, paden en kassen. Dit mos komt algemeen voor op beschaduwde, open, voedselrijke, vochtige plaatsen in straten, plekken op paden, tussen straatstenen, greppels en slootkanten. Waar grond behandeld is met een plantenverdelgingsmiddel is het vaak het eerste organisme wat weer ‘voet aan de grond krijgt’.
Het is vaak de eerste plant is die verschijnt na grote bosbranden. Minerale bodems na intense branden bieden gunstige voorwaarden voor de vestiging van gametofyten. Na het veroveren van een verbrand gebied, groeit het snel, soms over de hele site.
Dit is belangrijk om bodemerosie, die vaak optreedt na ernstige branden en aanzienlijke milieuschade, te voorkomen. Bovendien vernieuwt M. polymorpha de humus van verbrande grond, waardoor de bodemkwaliteit in de loop van de tijd toeneemt tot een niveau waar andere vegetatie kan groeien.
Naamgeving
De Nederlandse naam “parapluutjesmos” verwijst naar de parapluvormige structuren die de vrouwelijke voortplantingsorganen dragen die archegonia (1) genoemd worden. De soortnaam “polymorpha” is afgeleid van het Oudgriekse woord “polumorphos’, wat ‘vele vormen‘ betekent. Dat verwijst naar het variabele uiterlijk van deze soort.
Marchantia polymorpha wordt vaak gebruikt als modelorganisme in wetenschappelijk onderzoek vanwege de relatief eenvoudige structuur en reproductieve kenmerken, waardoor het een waardevol onderwerp is voor studies in de plantenbiologie.
(1) Een archegonium (meervoud: archegonia) is een haploïde structuur of orgaan met een steriele buitenwand, dat vrouwelijke gameten produceert.
Levenscyclus
Klik op de afbeelding om te vergroten
Er zijn generatiewisselingen in de levenscyclus. De haploïde gametofyt produceert haploïde gameten (eieren en sperma), die samensmelten om een diploïde zygote te vormen. De zygote ontwikkelt zich later tot de sporofyt, die vervolgens door meiose haploïde sporen produceert.
Vegetatieve voortplanting
Marchantia reproduceert zich zowel seksueel als vegetatief.Vegetatieve voortplanting is een vorm van ongeslachtelijke voortplanting waarbij nieuwe planten zich ontwikkelen uit gespecialiseerde plantendelen.
Ongeslachtelijke (vegetatieve) voorplanting gaat bij dit levermos ook prima. Dit kan door klonen, stukken van een mos die na splitsing gewoon verder groeien, en ‘gemmae’. Gemmae zijn kleine broedlichaampjes met reservevoedsel. Als het regent spatten druppels die in deze bekers vallen terug en nemen deze kleine gemmae mee naar de grond. Eenmaal op solide grond, beginnen ze uit te groeien tot een nieuw individu.
Geslachtelijke voortplanting
Parapluutjesmos is een tweehuizig levermos dat op de grond bodembedekkende plakaten vormt. Tweehuizig betekent dat de mannetjes en vrouwtjes niet in dezelfde plant voorkomen. De parapluutjes die in het voorjaar boven de groene lobben van dit levermos groeien bevatten de geslachtsorganen. De hoge donkergroene diepuitgesneden vrouwelijke uitsteeksels lijken op kleine palmboompjes, terwijl de lage bleekgroene, mannelijke uitsteeksels meer op een paraplu lijken.
Bio-indicator
Men heeft het gebruik van M. polymorpha onderzocht voor de sanering van verwoeste locaties vanwege het vermogen om hoge niveaus van lood in de bodem samen met andere zware metalen te weerstaan. Ten tweede zouden kolonies van M. polymorpha, vooral wanneer ze worden gevonden in dichte matten met weinig andere vegetatieve soorten, kunnen wijzen op de aanwezigheid van hoge concentraties zware metalen op hun locatie. Uit een studie in de stad Loja, tropisch Ecuador, bleek dat M. polymorpha vier zware metalen, aluminium, koper, ijzer en zink, bioaccumuleert wanneer het in een stedelijke omgeving wordt gekweekt.
© Omslagfoto
De omslagfoto bovenaan is van Nic Carsauw. Nic is natuurfotograaf en auteur van de website Wilde natuur in Mechelen .
Bronnen en meer informatie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Parapluutjesmos
https://waarnemingen.be/species/17750/
https://www.vcbio.science.ru.nl/virtuallessons/hepatophyta/
https://www.fs.usda.gov/wildflowers/plant-of-the-week/marchantia_polymorpha.shtml
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=29845
https://www.verspreidingsatlas.nl/3403
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.