Kropaar

Kropaar (Dactylis glomerata) is een plant uit de grassenfamilie (Poaceae) die niet alleen van nature in het wild voorkomt, maar ook vaak wordt ingezaaid als voedergewas. Het is een pollenvormende soort die je vooral aantreft in graslanden en langs wegbermen. In vergelijking met Engels raaigras (Lolium perenne) is kropaar iets minder smakelijk en minder voedzaam als weide- of hooigras. De plant kan een hoogte bereiken van ongeveer 150 centimeter.
Het is één van die ogenschijnlijk alledaagse grassen die bij nadere blik een verrassende schoonheid en kracht onthullen. Ik vond hem op een plek waar geschiedenis en natuur elkaar bijna fluisterend raken: in de smalle passage tussen het Gruuthusepaleis en de Bonifaciusbrug in Brugge. Terwijl de middeleeuwse muren er verhalen lijken te fluisteren, groeide daar, stevig geworteld in de schaduw van een boompje, deze taaie grassoort met zijn gracieuze uitstraling.
Kenmerken
Kropaar groeit in brede pollen en kan met zijn rechtopstaande halmen meer dan een meter hoog reiken. De grijsgroene bladeren voelen ruw aan, alsof ze de tand des tijds kunnen trotseren. Maar het zijn vooral de bloeiwijzen die hem zo kenmerkend maken: samengedrongen pluimen die als kleine klompjes zijdelings aan de stengel hangen. Die merkwaardige vorm gaf de plant zijn volkse naam. In de maanden mei tot juli tooit de kropaar zich met aartjes die een blauwgroene, soms paarsige gloed vertonen — als waren het druppels ochtendmist gevangen in gras.
Voorkomen
Kropaar komt van nature voor in grote delen van Europa, Azië en Noord-Afrika, en is in veel gebieden ook ingevoerd als voedergras. In België is hij een bekende verschijning langs wegbermen, bosranden, dijken en in weilanden. Hij groeit het liefst op voedselrijke, stikstofhoudende bodems en verdraagt zowel droogte als betreding, waardoor hij het goed doet op plekken waar andere planten het soms laten afweten.
Deze soort is een ware overlever. In Brugge, maar ook elders in Europa, is hij dan ook een trouwe metgezel van bermen, bosranden, oude muren en veldwegen. Boeren waarderen hem als voedzaam voedergras, al wordt hij na de bloei wat stugger.
Natuurbeheerders staan dan weer dubbel tegenover hem: zijn succes op stikstofrijke gronden kan ten koste gaan van kwetsbaardere soorten. Toch vervult hij een rol in het ecosysteem, als schuilplaats voor insecten en als verpopplek voor vlinders.
Dat een eenvoudige grassoort als de kropaar zich zo vanzelfsprekend nestelt in een Brugse passage vol geschiedenis, zegt iets over zijn karakter: bescheiden, maar vol leven. Hij is een stille getuige van de stad én van de veerkracht van de natuur in zelfs de kleinste scheuren van ons erfgoed.
Ecologie

Kropaar is een belangrijke waardplant voor verschillende vlindersoorten, waaronder het zwartsprietdikkopje, bont dikkopje, groot dikkopje, bont zandoogje, koevinkje, vals witje, argusvlinder en kleine argusvlinder. Ook diverse microvlinders zijn afhankelijk van deze grassoort, zoals de tarwestekelmot, grote grasmineermot, geelkopgrasmineermot, witkopgrasmineermot en boskortsteelmineermot.
De vruchten van kropaar kunnen echter worden aangetast door de schimmel Claviceps purpurea, beter bekend als echt moederkoren. (Bron: Wikipedia)


Bronnen en meer informatie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kropaar
https://www.floravannederland.nl/planten/kropaar
https://www.ecopedia.be/planten/gewone-kropaar
https://www.barenbrug.be/kropaar
https://waarnemingen.be/species/6679
https://www.herbarium.be/plant/kropaar-dactylis-glomerata

Link naar de 12 meest recente artikelen
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.