Toen ik onlangs aan het grasduinen was voor mijn nieuwe Facebookpagina “De Kruidenfluisteraar”, stootte ik op een intrigerend weetje: gewone kamille zou één van de “negenkruiden” zijn. De wat…? Mijn aandacht was meteen gewekt. Wat waren die mysterieuze negen? Nieuwsgierig dook ik dieper in de wortels van dit …
Wie nu door de stad dwaalt, hoeft geen speurneus te zijn om de lindeboom te vinden — volg gewoon je neus. Plots vult de lucht zich met een zoete, bedwelmende geur: de linde staat in bloei. Deze boom, geliefd om haar sierlijke hartvormige bladeren en …
Op 24 juni viert de Kerk het hoogfeest van de geboorte van Johannes de Doper. Dat is opvallend, want buiten Jezus en Maria is hij de enige heilige van wie de geboorte wordt gevierd, niet de dood.
Zijn geboortedag valt net na de zomerzonnewende, wanneer de zon haar hoogste punt bereikt heeft en de dagen weer stilaan korter worden. Johannes zelf vatte zijn opdracht ooit samen met de woorden: “Hij (Jezus) moet groter worden, en ik kleiner.” Dat is precies wat de natuur ook laat zien: na 21 juni neemt het licht af.
Een half jaar later, net na de winterzonnewende, vieren we op 25 december de geboorte van Jezus. De dagen worden dan opnieuw langer: het licht keert terug. Geen toeval — Jezus wordt immers het “Licht van de wereld” genoemd.
Samen vertellen deze twee feesten een krachtig verhaal. Een wonderlijk samenspel van liturgie, symboliek en natuur.
Sint-Jan (deurnaald in de Kortewinkel – Brugge)
Yin en Yang
Vanaf de winterzonnewende groeit het licht: de natuur ontwaakt, sap stijgt, zaden kiemen – yang is aan het werk. Deze opwaartse kracht bereikt haar hoogtepunt rond 21 juni, bij de zomerzonnewende. Daarna keert het tij. Het licht neemt af, bladeren vallen, de levenskracht trekt zich terug in wortels en zaden. Yin neemt het over: rust, stilte, inkeer.
Deze fascinerende visie komt uit de Chinese filosofie, waar yin en yang de voortdurende wisselwerking van tegenpolen verbeelden. In de seizoenen zien we hun dans: een eeuwige cyclus van worden en vergaan, groeien en terugtrekken, ademen en loslaten.
24 juni en Sint-Janskruid
Niet toevallig hebben we het dus vandaag (24 juni) over een plant die onlosmakend met de zomerzonnewende verbonden is: het Sint-Janskruid. Eerder hadden we het er ook al over:
Katrien Catoorschreef een interssante bijdrage over het verschil tussen Sint-Janskruid en Jacobskruiskruid, twee planten die tegelijk in bloei staan, die vaak met mekaar verward worden, maar dit toch totaal verschillend zijn.
Sint-Janskruid draagt de vurige zonnekracht in zich die de ziel verwarmt en het donker verjaagt. Het is één van de heksenkruiden en hét kruid bij uitstek dat bij Midzomer hoort. Maak jij ook een kruidenwis?
Wist je dat dit geliefde kruid vaak verward wordt met het giftige Jacobskruiskruid? Die verwarring is begrijpelijk, maar niet zonder risico.
Waarom de verwarring?
Misschien deels door de alliteratie met ‘Ja’, de twee mansnamen, Jan en Jacob en allebei eindigend op ‘kruid’? Ook bloeien beide wilde planten rond dezelfde tijd met heldergele bloemen. Bovendien groeien ze vaak op dezelfde plaats, langs wegranden, op open terreinen en in weilanden.
Maar waar Sint-Janskruid (Hypericum perforatum) een milde antidepressieve werking heeft, is Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris) zeer giftig voor lever en zenuwen – zelfs in kleine hoeveelheden. Deze is dus absoluut geen ‘Sint’.
Toch zijn ze makkelijk te onderscheiden…
De bloempjes van Sint-JanskruidDe bloempjes van Jakobskruiskruid
Jacobskruiskruid herken je aan de gele lintbloemen die in een krans rond het bloemhoofdje staan – een beetje margrietachtig van vorm.
Sint-Janskruid daarentegen heeft kleine, stervormige bloempjes met vijf losse kroonblaadjes en opvallende meeldraden in het midden.
Twijfel je nog?
Hou dan een blaadje tegen het licht. Zie je fijne stipjes of doorzichtige gaatjes? Dat zijn oliekliertjes – een duidelijk kenmerk van Sint-Janskruid.
De kleine “gaatjes” in het blad van Sint-Janskruid.
En er is nog een truc: wrijf een bloemknopje tussen je vingers. Kleuren die donkerrood? Dan weet je het zeker: Sint-Janskruid. Bij planten die al bijna uitgebloeid zijn, zie je dat soms al aan de oranjebruine verwelkte bloempjes. Zo laat de natuur altijd wel ergens haar geheimen zien – als je maar goed kijkt.
Bij kneuzing tussen je vingers zie je de rode kleur
Belangrijke waarschuwing
Ken het kruid vóór je het plukt. Wees altijd 100% zeker van je determinatie. Verwisseling is niet onschuldig – zeker niet in thee, tinctuur of olie. Weet ook dat wie psychofarmaca inneemt, geen Sint-Janskruid hoort te gebruiken.
Uiteraard koos mijn verkoudheid het weekend uit om toe te slaan – perfecte timing, zoals altijd. Geen neuspray te vinden, geen zakdoekje in de buurt, alleen ik en een steeds drukkender hoofd. Dus werd het improviseren met wc-papier en warme thee, tot de maandagochtend de …
Lieve lezer, trouwe abonnee, nieuwsgierige stadsplantenfluisteraar, We staan even stil bij een mijlpaal — nou ja, we struikelen er bijna over: bijna 300 artikels en 1600 foto’s zijn er al verschenen op stadsplanten.be! Dat zijn er zoveel dat zelfs de hardnekkigste paardenbloem er een beetje van zou duizelen. …
Omdat we nu toch gewapend waren met een plantenloep – het equivalent van een vergrootglas voor nerds – besloten we nóg dieper te duiken. Letterlijk. We daalden af naar het microniveau, daar waar enkel mieren en hardnekkige korstmossen zich thuis voelen.
En jawel hoor: op de arduinen stenen ontdekten we ze – korstmossen! Geen planten, strikt genomen – de botanische etiquette kijkt daar streng op toe – maar hé, het zijn ook levende wezens. Geen bloemen, geen blaadjes, geen Instagram-allure – maar wel sterk, stil en taai. Met de hulp van Tim Claerhout konden we ze op naam brengen.
Gelobde citroenkorst (Xanthomendoza fallax)
Gelobde citroenkorst (Xanthomendoza fallax)
Gelobde citroenkorst is een geelgroene korstmos die vaak op boomschors en rotsen groeit. Hij heeft gelobde, platte lobben en voelt glad aan. Deze korstmos houdt van licht beschaduwde plekken en komt veel voor in de stad. Door zijn frisse kleur fleurt hij oppervlakken op en draagt hij bij aan de biodiversiteit.
Kleine geelkorst (Xanthoria parietina)
Kleine geelkorst (Xanthoria parietina)
Kleine geelkorst (Xanthoria parietina) is een feloranje korstmos dat vaak op muren, stenen en boomschors groeit. Het is zeer tolerant voor vervuiling en droge omstandigheden, waardoor het veel voorkomt in steden. Door zijn opvallende kleur fleurt het grauwe plekken op en is het een belangrijke indicator van luchtkwaliteit. Een taaie, kleurrijke stadsbewoner.
Muurschotelkorst (Lecanora muralis)
Muurschotelkorst (Lecanora muralis)
Muurschotelkorst is een grijswitte tot lichtgele korstmos die vaak op stenen, muren en dakpannen groeit. Het vormt ronde, schotelvormige vruchtlichamen die lijken op kleine bordjes. Muurschotelkorst is goed bestand tegen vervuiling en droge omstandigheden, waardoor hij veel voorkomt in stedelijke omgevingen.
Valse citroenkorst (Xanthomendoza fallax var. fallax)
Valse citroenkorst (Xanthomendoza fallax var. fallax)
Valse citroenkorst is een felgele korstmos met platte, gelobde lobben die op boomschors en rotsen groeit. Hij lijkt op gelobde citroenkorst maar is meestal iets dunner en lichter van kleur. Deze korstmos groeit vooral op licht beschaduwde plekken en is bestand tegen vervuiling, waardoor hij veel voorkomt in stedelijke gebieden.
Fossielen
En ach, nu we toch half op de grond lagen met onze loep als een detective van de flora-afdeling, deden we nóg een ontdekking die ons rechtop deed veren — nou ja, in slow motion, én met krakende knieën. Want wat zagen wij daar, in de verweerde façade van de Brugse Hallen? Fossielen! Jawel, versteend leven van miljoenen jaren oud.
Fossielen zijn versteende overblijfselen of afdrukken van organismen uit het verleden, vaak miljoenen jaren oud. Ze geven inzicht in het leven van vroeger en helpen wetenschappers de evolutie en de geschiedenis van de aarde te begrijpen. Fossielen ontstaan wanneer planten, dieren of andere organismen bedekt raken met sediment en onder druk en tijd mineraliseren. Veelvoorkomende soorten zijn botten, schelpen, bladeren en sporen.
Onze queeste naar wilde planten veranderde plots in een prehistorische expeditie, recht door de tijd heen. Wat begon als een zoektocht naar een sprietje straatgras werd een ontmoeting met het oergeluid van het leven zelf. Alsof Moeder Natuur fluisterde: “Jullie mogen dan spuiten, branden en vegen wat je wil – ik was hier al voor de dinosaurussen en ik blijf nog even.”
Het was een les in nederigheid. En een subtiele hint dat zelfs op de Markt van Brugge, waar het leven zwaar op de kasseien weegt, het bestaan zélf zich nog laat zien – al is het dan in versteende vorm.
Fossielen in de gevelstenen van de Hallen (Belfort)Fossielen in de stoeprand
Metselaarstekens
Maar het beste moest nog komen! Alsof fossielen en korstmossen nog niet spectaculair genoeg waren, ontwaarden we plots een glimp van de middeleeuwse bouwvakker.
Want wat ontdekten we daar, gekerfd in de eeuwenoude stenen van de Hallen? Metselaarstekens! Jawel, de handtekeningen van de steenkappers en metselaars van weleer. Elk teken een soort logo, uniek per vakman – een soort kruising tussen een QR-code avant la lettre en een gepersonaliseerde graffiti-tag, maar dan met beitel in plaats van spuitbus.
Deze tekens zijn geen achteloze krabbels: ze dienden als bewijs van het werk dat een ambachtsman geleverd had, zodat hij op het einde van de dag wist hoeveel stenen hij mocht factureren — of op z’n minst een warme kom pap waard was.
En zo eindigde onze plantenzoektocht op de Markt als een ware tijdreis door steen, spriet en geschiedenis. Van straatgras tot steengraffiti – Brugge leeft, kruipt en kerft. Je moet alleen durven kijken.
(Alle foto’s werden op de Markt te Brugge genomen)
Dat is de vraag die sterrenkundigen al decennia wakker houdt, met hun ogen strak gericht op die roestige buur in de ruimte. Mars, droog, stoffig, rotsig – een planeet die eruitziet alsof hij dringend een goeie regenbui kan gebruiken. Toch blijft de vraag knagen: kan …
Misschien ken je de website “De Kruidenspiegel“ al. Indien niet dan is dit een echte aanrader!https://de-kruidenspiegel.odoo.com Katrien, de vrouw achter “De Kruidenspiegel”, vat het allemaal samen in één zin: “Waar kruiden fluisteren op jouw pad.” We laten haar even zelf aan het woord: “Als kruidenvrouw …
🌿 Zelfs stadsplanten hebben graag een publiek! Jawel, ook zij ontkiemen niet alleen tussen stoeptegels, maar bloeien volop op sociale media. Benieuwd waar onze groene vrienden digitaal wortel schieten?
Wilde orchideeën zie je niet meteen als typische stadsplanten. In een drukke winkelstraat hoef je er alvast niet naar te zoeken. En toch — tot mijn eigen verbazing — vond ik vier van de vijf hier besproken soorten midden in de Brugse stadskern. De vijfde …
Het gebeurt niet elke dag dat je gewoon in het centrum van de stad (Brugge) een zeldzame bosorchis vindt. Bekijk deze prachtige opname! Deze witte vorm van Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii) is inderdaad een voorbeeld van een albino-vorm of tenminste een sterk gedevitaliseerde kleurvorm. Wat opvalt in de foto: Deze …
Ook dit jaar trekken we tijdens de zomermaanden juni, juli en augustus weer de stad in, gewapend met loep, camera en een flinke portie verwondering. Geen zorgen: je hoeft je niet schrap te zetten voor een olifant op de Markt of een jachtluipaard in de Langestraat. Onze ‘prooi’ is een stuk subtieler – maar minstens zo fascinerend.
We gaan op zoek naar wilde planten: de stille bewoners van Brugge die zich moeiteloos nestelen tussen kasseien, langs oude gevels en in vergeten hoekjes van de stad. Ze zijn klein, bescheiden en vaak onopgemerkt, maar o zo bijzonder.
Als echte stadsavonturiers speuren we naar groen waar je het nooit verwacht. Soms moet je knielen, soms goed turen – maar wie zijn zintuigen scherp houdt, ontdekt een wereld vol verhalen, schoonheid en overlevingskunst.
Dus, trek je speurdershoed aan, slijp je blik en sluit je aan bij onze zomerse plantensafari! Wie weet stuit jij wel op een zeldzame stadsbewoner die al jaren ongemerkt op je wacht.
Want zelfs in het hart van Brugge bewijst de natuur telkens weer: ze laat zich niet tegenhouden. Deze ontdekkingstocht laat je met nieuwe ogen kijken naar de stad én naar wat groeit en bloeit ondanks alles. Ga je mee?
Gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata)
Gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata)
Met haar drietallige blaadjes lijkt ze op een klavertje, maar vergis je niet: deze klaverzuring hoort tot een heel andere plantenfamilie. Ze groeit laag bij de grond, vormt dichte matten en toont soms fijne gele bloempjes die als miniatuurzonnetjes uit de voegen schijnen.
Wat haar naam zo treffend maakt? De opvallende, naar buiten staande ‘hoorntjes’: de vruchtjes die bij aanraking plots openspringen en hun zaadjes met kracht wegschieten – een echte katapult in het klein!
Scherpe boterbloem (Ranunculus acris)
Scherpe boterbloem (Ranunculus acris)
Met haar glanzende, felgele bloemblaadjes is ze haast het toonbeeld van een lentelandschap. Je ziet haar overal – hier in de Hof Arents – een vrolijk gezicht dat herinneringen oproept aan kindertijd en bloemenkransen. Maar laat je niet misleiden door haar lieflijke uiterlijk: de scherpe boterbloem is geen doetje.
Ze dankt haar naam aan het pittige sap in haar stengel en bladeren, dat bij sommige dieren en mensen huidirritatie kan veroorzaken. Een verdedigingsstrategie die haar helpt overeind te blijven tussen grazers en plukkende handen.
Gekroesde melkdistel (Sonchus asper)
Gekroesde melkdistel (Sonchus asper)
Ze ziet eruit als een ruige rakker, met haar blauwgroene bladeren vol gekroesde stekels en een houding van: “Hier ben ik, en ik wijk voor niemand.” Maar vergis je niet – achter dat stoere uiterlijk schuilt een opmerkelijk flexibele overlever.
De gekroesde melkdistel duikt op tussen stoeptegels, langs muren, op braakliggende grond. Ze groeit snel, bloeit rijk met gele bloemhoofdjes, en zit vol wit melksap – vandaar haar naam. En dat melksap? Dat is haar geheim wapen én haar handelsmerk.
Akkerwinde (Convolvulus arvensis)
Akkerwinde (Convolvulus arvensis)
Met haar trechtervormige bloemetjes in wit of zachtroze en haar sierlijke slingerstengels lijkt de akkerwinde wel een juweel uit een tuin. Maar laat je niet misleiden: deze plant kiest zélf haar plek – of dat nu een akker is, een braakliggend terrein of een scheur in het asfalt.
Ze klimt, kronkelt, omhelst alles wat in haar buurt groeit en slingert zich omhoog naar de zon. Haar groeikracht is legendarisch, haar doorzettingsvermogen bewonderenswaardig – tot frustratie van menige tuinier, maar tot vreugde van wie houdt van wilde schoonheid.
Avondkoekoeksbloem (Silene latifolia)
Avondkoekoeksbloem (Silene latifolia)
Overdag lijkt ze misschien wat ingetogen, met haar viltige stengels en lichtgroene kelken. Maar wacht tot de schemering valt… dan opent ze haar hagelwitte bloemblaadjes en toont ze haar ware schoonheid. Haar bloemen lichten op in het avondlicht, als kleine lantaarntjes langs veldwegen, dijken en stadsranden.
Ze bloeit niet voor zomaar iedereen. Nee, de avondkoekoeksbloem heeft een zwak voor nachtvlinders – en die voor haar. Haar geur, die pas bij valavond vrijkomt, lokt deze mysterieuze bezoekers van ver. Het is een betoverend samenspel van geur, timing en licht – pure poëzie in de natuur.
Gele morgenster (Tragopogon pratensis)
Gele morgenster (Tragopogon pratensis)
Met haar stralend gele bloemen lijkt ze wel een kleine zon op een stengel: rank, sierlijk en perfect gevormd. Maar wie haar wil bewonderen, moet vroeg opstaan. Want deze plant opent haar bloemen bij het ochtendlicht – en sluit ze alweer voor de middagzon te fel wordt. Een echte ochtendbloem dus, die leeft op het ritme van de dageraad.
De gele morgenster groeit graag in graslanden, wegbermen en ruige stadsranden. Haar smalle, grasachtige bladeren maken haar bijna onzichtbaar tussen het groen – tot ze ineens die felle bloem omhoogsteekt, als een vuurtoren in het ochtendlicht.
Gewone raket (Sisymbrium officinale)
Gewone raket (Sisymbrium officinale)
Ze klinkt als een ruimtevaartproject, maar deze ‘raket’ blijft met beide voeten op de grond – al groeit ze soms dwars door asfalt heen. Je vindt haar op straathoeken, bouwterreinen en tussen stoeptegels. Ze is een echte overlever.
De gewone raket behoort tot de kruisbloemenfamilie, en heeft scherpe mosterdachtige stoffen in haar bladeren – vroeger werd ze niet voor niets als keelmiddel voor zangers gebruikt. In het Engels heet ze zelfs “hedge mustard” of “the singer’s plant”, omdat ze zou helpen tegen heesheid. Een plant met stem dus, letterlijk én figuurlijk.
Grote engelwortel (Angelica archangelica)
Grote engelwortel (Angelica archangelica)
Met haar majestueuze hoogte – soms tot twee meter of meer – torent ze uit boven haar omgeving. Haar stengel is dik en paars gestreept, haar bladeren groot en diep ingesneden. Maar het zijn vooral de bloemschermen die de show stelen: immense bollen van duizenden kleine groengele bloempjes die gonzen van het insectenleven.
De naam ‘engelwortel’ komt niet zomaar uit de lucht gevallen. Volgens oude legenden zou de aartsengel Rafaël deze plant hebben aangewezen als geneesmiddel tegen de pest. Geen wonder dat ze haar plek vond in kloostertuinen en kruidenboeken, waar ze werd geprezen om haar zuiverende, versterkende en beschermende krachten.
Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris)
Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris)
Deze plant is moeilijk te missen: de bloemen zijn groot, weelderig en opvallend gelijnd met dieppaarse aders, alsof ze met een penseel zijn getekend. Groot kaasjeskruide bloeit maandenlang – van vroege zomer tot diep in de herfst.
Zijn naam verwijst naar de ronde vruchtjes die doen denken aan miniatuurkaasjes – een klein natuurwondertje voor wie even stil staat en goed kijkt.
En dat is nog niet alles: deze plant werd eeuwenlang geroemd om zijn geneeskrachtige werking. In oude kloostertuinen stond hij bekend als verzachtend middel bij hoest en huidproblemen. Zelfs in de keuken vond hij zijn weg: jonge blaadjes en bloemen zijn eetbaar en werden gebruikt in salades of als thee.
Knopherik (Raphanus raphanistrum)
Knopherik (Raphanus raphanistrum)
Knopherik – alleen die naam al klinkt als iets wat je serieus moet nemen. En dat klopt: deze plant is de wilde voorouder van onze gekweekte radijs en draagt dus een flinke portie karakter in zich. Haar bloemen zijn lichtgeel tot crèmekleurig, soms met een vleugje paars, en getekend met fijne aders – alsof iemand er zachtjes een penseel over heeft gehaald.
Je vindt haar op akkers, langs zandige wegbermen, op kale grond of in de stad op verstoorde plekken. Ooit werd ze beschouwd als lastig onkruid, maar tegenwoordig groeit de waardering voor haar vastberadenheid én haar nut voor insecten. Haar bloei trekt tal van bijen en zweefvliegen aan, en haar aanwezigheid vertelt een verhaal van overleving en aanpassing.
Steenkruidkers (Lepidium ruderale)
Steenkruidkers (Lepidium ruderale)
Ze is geen opvallende verschijning. Integendeel: de meeste mensen stappen er gedachteloos overheen. Maar wie goed kijkt, ziet een plat tegen de grond groeiend tapijtje van fijn verdeelde blaadjes, met piepkleine witachtige bloempjes en karakteristieke platte zaadjes in tweetallen – als een soort groene knoopjes.
De naam steenkruidkers zegt het al: ze houdt van stenige, verharde plekken – in stadsgrachten, langs voetpaden, op parkings en op plekken waar de natuur zich nauwelijks laat vermoeden. En tóch is ze daar. Je zou haar de guerrillastrijder onder de stadsplanten kunnen noemen.
En er zit ook nog een verrassing in haar geur: bij kneuzen verspreiden de blaadjes een scherpe, doordringende geur die doet denken aan koriander of peterselie – kruidig, onmiskenbaar. In sommige culturen worden de jonge blaadjes zelfs als smaakmaker gebruikt.
We geven het toe… de meeste mensen lopen er gewoon achteloos aan voorbij. Die kleine, dappere plantjes tussen de stoepstenen. Ze lijken allemaal wat op elkaar — laag bij de grond, soms wat verlegen, zelden spectaculair. En toch… kijk je goed, dan ontdek je ware …
Ook dit jaar gaan we tijdens de zomermaanden weer “op safari in de stad”. Daarvoor hoeven we geen duur vliegtuigticket te kopen of honderden kilometer te rijden. We trekken op zoektocht naar de … straatgoot. Een hachelijke onderneming, waarbij alle zintuigen op scherp staan en …