Label: Hans Memling

Wilde planten in het …museum (deel 2)

Wilde planten in het …museum (deel 2)

Moreel-triptiek (1484, Hans Memling) De Moreel-triptiek, een meesterlijk drieluik geschilderd door Hans Memling in 1484, is een indrukwekkend eerbetoon aan de Brugse politicus Willem Moreel, die de opdracht gaf voor dit werk. Het drieluik is niet alleen een schitterend voorbeeld van Memlings ongeëvenaarde portretkunst, maar onthult 

Wilde planten in … het museum

Wilde planten in … het museum

“Grijs en miezerig weer! Perfect om wilde planten te spotten in het Groeningemuseum,” zei ik met een glimlach tegen mijn echtgenote. “Succes daarmee,” lachte ze, “je zult wel lang mogen zoeken!” “Wie zoekt die vindt,” gooide ik er clichévol achteraan, alsof ik een ontdekkingsreiziger was. 

Doornappel… of hoe het komt dat Hans Memling er zo ‘stoned’ bij staat.

Doornappel… of hoe het komt dat Hans Memling er zo ‘stoned’ bij staat.

Al sinds 1871 staat Hans Memling op de Woensdagmarkt te Brugge – hoog op zijn sokkel – met een subtiel monkellachje te kijken naar het pleintje aan zijn voeten.  In dat jaar werd het plein nog naar hem genoemd. Toen gonsde het pleintje nog van activiteit. Er werden vooral tweedehands gebruiksvoorwerpen en dito kledij verkocht, maar geleidelijk aan evolueerde de markt naar een gewone markt met eigentijdse producten.

Nu is het stil op de Woensdagmarkt. Het historische pleintje is een onpersoonlijke parkeerplaats geworden. Memling moet er – uit pure verveling – jarenlang in ‘winterslaap’ gegaan zijn. Tot … de Groendienst van Brugge besloot om aan zijn voeten een plantsoentje aan te leggen dat de grote schilder wat afwisseling moest bezorgen. En dat is nu precies de reden waarom hij – nauwelijks zichtbaar – monkelt van de pret. Want het plantsoentje is wel aangelegd maar men vergeet het te onderhouden. En dat is nu net wat Memling zo boeiend vindt. Want tussen de melganzevoet, bijvoet, brandnetel en ander ‘onkruid’ groeit ook de doornappel. En dat is een plant die Memling in zijn tijd nooit gezien heeft want de doornappel werd pas op het eind van de 16de eeuw vanuit Mexico naar Spanje gehaald, en van daaruit verspreidde hij zich in de rest van Europa. 

Bad trip!

’s Nachts durft de kunstschilder wel eens van zijn sokkel af te komen om de plant wat nader te bekijken. Eén keer heeft hij er ook van geproefd, maar het resulteerde in een ‘bad trip’. Alle plantendelen – zowel stengel, bladeren, vruchten en zaden zijn giftig.  Ware het niet dat hij al versteend was, de schilder had er een houten kop aan overgehouden. Experimenteren met doornappel is dus gevaarlijk! Kijk naar het beeld van Hans. Er is duidelijk een kant af!

Standbeeld van H. Memling op de Woensdagmarkt te Brugge

Hallucinogene alkaloïden

Doornappel, ook wel dolappel, duivelskruid of mollenkruid genoemd, is een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). Het is een giftige plant die hallucinogene alkaloïden bevat.
Hoewel doornappel al geruime tijd in Europa te vinden is heb ik toch het gevoel dat hij de laatste jaren aan een expansie bezig is. Het is een typisch ruimtekruid, maar je vindt de plant tegenwoordig ook in steden steeds vaker terug.
Niet zelden tref je hem aan op plaatsen waar een nieuw plantsoentje is aangelegd. Zo vind je doornappel op ruigten en op plaatsen waar er recentelijk aarde is verplaatst, zoals in plantenbakken en bloemperken in de stad of na grotere graafwerken.

De vrucht van de doornappel is erg stekelig

Na de kieming van het zaad ontwikkelt deze zomerbloeier zich razendsnel. De gevulde stengel vertakt regelmatig, is rond van vorm en kleurt rood. De bladeren staan verspreid aan de stengel en zijn vertakkingen. De vorm van de grote bladeren is driehoekig tot omgekeerd eirond. Een steel is duidelijk aanwezig. De bovenzijde van de bladsteel is heel fijn behaard.

De trechtervormige tot trompetvormige bloemen zijn opvallend groot. De planten bloeien voornamelijk ’s nachts. Vandaar dat je overdag vaak alleen maar verwelkte bloemen aantreft.
Na de bloei ontwikkelt het vruchtbeginsel zich tot een stekelige vrucht, de doornappel. Hij lijkt enigszins op de bolsters van kastanjes.

Żaden van de doornappel

In de vrucht zijn de vele zaden te zien. Aanvankelijk kleuren ze wit, later zwart. De vrij grote zaden (zie foto) verspreiden zich met de wind. Ze blijven vele jaren kiemkrachtig.
Doornappel werd vroeger gebruikt als een hallucinogene drug. Ook werd uit de zaden een heksenzalf gemaakt omwille van de hallucinerende werking. 

Omdat de werkzame dosis in de plant echter afhankelijk is van tal van omstandigheden is het absoluut af te raden om het gebruik ervan zelfs maar te overwegen. Mensen die doornappel innamen hebben vaak zeer negatieve ervaringen.

De plant wordt hier en daar geteeld voor farmaceutische doeleinden. Zo wordt er onder meer een stof uit gewonnen die voorgeschreven wordt tegen reisziekte. Vroeger werd doornappel medicinaal gebruikt als rookmiddel bij astma. De gedroogde bladeren werden verwerkt in astmasigaretten. Dat is nu verboden.

Tekst: Marc Willems en Nic Carsauw.

Bronnen en meer info:

https://www.wildenatuurinmechelen.be
https://www.floravannederland.nl/planten/doornappel
https://www.ecopedia.be/planten/doornappel
https://www.changingperspective.info/faq/doornappel-mythisch-verhaal-obscuur-tripmiddel-faq/
https://wilde-planten.nl/doornappel.htm