Klein hoefblad

In mijn kindertijd – en dat is nu toch al ruim zestig jaar geleden – lag achter ons huis een lapje braakliggende grond waar mijn vrienden en ik talloze uren doorbrachten. Na onze avonturen vond ik mezelf vaak uitgestrekt op de grond, gefascineerd door de kleine kriebelbeestjes die de stadswildernis met ons deelden. Elk voorjaar ontdekte ik met verbazing dat er gele bloempjes opdoken, die op een verfijnde versie van de paardenbloem leken, maar zonder de gebruikelijke bladeren. Het was een mysterie dat me intrigeerde – ze waren duidelijk geen paardenbloemen, maar misschien waren ze wel verwant, een neefje of nichtje uit dezelfde botanische stamboom.
Als je een paardenbloem en een bloempje van het klein hoefblad naast elkaar legt zie je wel duidelijke verschillen. Neem eens de tijd om naar het bloemhoofdje te kijken. Bij het klein hoefblad zie je in het midden van het bloemhoofdje buisbloempjes, terwijl er aan de rand veel smalle lintbloempjes te vinden zijn. In tegenstelling hiermee heeft de paardenbloem geen buisbloemen, maar alleen bredere lintbloemen. Dus wel familielid, maar geen broer of zusje.
Helaas zie ik ze tegenwoordig steeds minder vaak terug. In de stad zul je het op de stoep niet ontdekken, maar op een stukje braakliggende grond of een verlaten bouwwerf heb je, zoals ik, misschien meer geluk.
Composieten
En zie, in mijn allereerste botanische gids ontdekte ik de naam van dit betoverende bloempje: klein hoefblad (Tussilago farfara), een inheemse plant die behoort tot dezelfde familie als de paardenbloem – een echt lid van de composietenfamilie. De bladeren tonen zich pas nadat de bloemen zijn verwelkt. Planten die deze volgorde van bloei en bladvorming volgen, worden poëtisch “naaktbloeiers” genoemd. Het woord doet wat denken aan “laatbloeiers”, maar dat is het in geen geval. Klein hoefblad bloeit vaak al heel vroeg in het voorjaar.
Naamgeving
De Nederlandse naam heeft te maken met de vorm van het blad, dat lijkt op een paardenhoef. Al kan het ook een verbastering zijn van het woord ‘hoestblad’ want de botanische naam Tussilago is afgeleid van ‘tussis’ (hoesten) en ‘agere’ (verdrijven). De wetenschappelijke, Latijnse naam verraadt dus waarvoor het kruid vroeger soms gebruikt werd: als hoestverdrijvend middel.
Beschrijving
De bloeiperiode begint vroeg, meestal in maart en april, en bij gunstig weer zelfs al in februari. Deze plant vertoont zijn bladeren pas na de bloei. Tijdens de bloeiperiode zijn slechts korte, groene of rode schubjes langs de stengel te zien. Maar na de bloei ontvouwen deze zich tot hartvormige of ronde, getande bladeren, dicht behaard aan de onderkant, die in een rozet rond de steel staan.
Het is een pioniersplant die zich voornamelijk thuis voelt op onbewerkte gronden. Vaak vind je hem tussen grassen in wegbermen of op hellingen. Op deze hellingen helpen de wortelstokken tot anderhalve meter lang en de uitlopers om de grond stevig vast te houden.
Elke stengel draagt een bloemhoofdje met een diameter van 2 tot 3 cm. Het centrum van het bloemhoofdje is gevuld met 30 tot 40 mannelijke buisbloemen, terwijl er aan de rand ongeveer 300 smalle, draadvormige lintbloempjes te vinden zijn.
De vrouwelijke bloemen zijn ontvankelijk vóórdat de mannelijke (buis)bloemen rijp zijn. Dit waarborgt kruisbestuiving. Bestuiving wordt voornamelijk uitgevoerd door bijen en vliegen, die deze plant graag bezoeken, maar ook de wind kan een handje helpen. Na de bloei verschijnt er vruchtpluis, waaraan de zaadjes hangen.
Cultuurvolger
Het klein hoefblad is een ware cultuurvolger. Waar de aarde wordt omgewoeld, daar verschijnt hij, als een ware pionier die zijn terrein verdedigt met zijn lange, stevige wortelstokken, en daar generatie na generatie gedijt. Toch lijkt hij de drukte van veel betreden stoepen te mijden, maar geef hem een randje van een stoep, een bouwterrein, een berm, een muur, of zelfs de randen en oppervlakken van muren zelf, en hij gedijt en groeit daar met plezier. Verbazingwekkend hoe deze nederige plant zich een weg baant door de door mensen gevormde wereld!
Medicinaal
Met stroop en suiker wordt de plant verwerkt tot hoesttabletten.
De rook van de aangestoken bladeren werd ingeademd als hoestverdrijvend middel.
De bladeren werden gebruikt als omslagen bij gewrichts- en reumatische aandoeningen.
Hoefblad werd vroeger gebruikt bij longklachten. Wanneer je last hebt van heel veel slijm kun je een blad op je longen leggen. Doe er een strak shirt overheen of zet het vast met tape zodat het blijft vastzitten. Waarschijnlijk zul je na een tijdje merken dat je longen ontspannen en dat je meer lucht krijgt. Het kruid staat namelijk bekend om zijn ontkrampende en slijmafvoerende werking. Vooral geschikt bij kleine kinderen of baby’s! Leg er een zachte doek tussen zodat het blad niet kan irriteren op de huid. (Andrea Bleeker)
De bladeren van klein hoefblad zijn donzig behaard. Vroeger dacht men dat de goden ons hiermee een teken hadden gegeven. Dit kenmerk zou betekenen dat het kruid helend werkt voor de huid en de slijmvliezen.
Door onderzoek blijkt deze veronderstelling te kloppen: Naast de positieve werking op de slijmvliezen van de luchtwegen, helpt het kruid bij eczeem, zweren en insectenbeten. Van het blad kan een papje worden gemaakt die je op de huid kunt bevestigen bij huidklachten. (Andrea Bleeker)
Eeuwenlang heeft men tinctuur van de wortel gemaakt voor bovengenoemde klachten. Een tinctuur is een alcoholische oplossing en werkt meestal nog sterker dan het verse kruid. Helaas mag de tinctuur van klein hoefblad niet meer verkocht worden.
Culinair
Het blad en de bloem van klein hoefblad mogen nog wel worden gegeten. Alle bovengrondse delen zijn een bron van vitaminen en mineralen en bevatten stoffen die de spijsvertering stimuleren. Ze kunnen fijn gesnipperd worden in een salade, op een broodje kaas of meegebakken worden met een gebakken ei. De bladeren kunnen ook gekookt worden, zoals in een stamppot of soep.
Alleen het jonge blad is lekker. Later in het seizoen wordt het blad taai en wordt er alleen thee van gemaakt. (Bron: Andrea Bleeker)
Waarschuwing
Ondanks de medicinale eigenschappen van het klein hoefblad, is het belangrijk om voorzichtig te zijn. Alle delen van de plant bevatten pyrrolizidine alkaloïden (PA) die bij overmatig of langdurige gebruik schadelijk kunnen zijn voor de lever en zelfs tot kanker kunnen leiden. Wees u bewust van deze risico’s en gebruik klein hoefblad met mate en enkel onder deskundig advies.
Wees sowieso altijd voorzichtig met het gebruik van wilde planten. Ga er niet op eigen houtje mee experimenteren, maar raadpleeg een deskundig fytotherapeut of herborist.
Lees daaromtrent ook de disclaimer onderaan deze pagina en elders op de website.
Wetenswaardig
De Romeinen verwerkten de plant als een soort van tabak en rookten deze in pijpjes.
Ook doet de plant het uitstekend op vervuilde bodems wat mogelijk tot resultaat heeft dat hij zware metalen opslaat.
Samen met speenkruid, krokussen, sneeuwklokjes, wilgenkatjes en andere lentebloeiers, vervult het klein hoefblad een cruciale rol bij het voorzien van voedsel voor de eerste insecten. Vooral solitaire bijen en de vroege hommelkoninginnen profiteren van deze eerste bloemen. In ruil voor de nectar, die deze insecten nodig hebben voor hun vluchten en reproductie, verspreiden ze het stuifmeel van bloem tot bloem, en dragen zo bij aan de voortplanting van deze prille lentebloeiers.
Bronnen en meer informatie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Klein_hoefblad
https://www.kruidenmassages.nl/kleinhoefblad.html
https://wilde-planten.nl/kleinhoefblad.htm
https://www.floravannederland.nl/planten/klein_hoefblad
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30396
https://www.wildebloemen.info/pages%20bloemen/K/klein%20hoefblad.php?full=1
https://appeltern.nl/nl/tuinadvies/plantenencyclopedie/tussilago_farfara_klein_hoefblad
https://waarnemingen.be/species/7590/
https://www.naturetoday.com/intl/nl/observations/natuurkalender/species/plants/coltsfoot
- De natuur ontwaakt
- Winterakoniet (Eranthis hyemalis)
- Wat bloeit daar in de winter?
- Wilde planten in … museum (deel 3)
- Wilde planten in het …museum (deel 2)
- Wilde planten in … het museum
- Kompassla
- Bezemkruiskruid
- Basterdwederik – deel 2
- Basterdwederik (Epilobium) – deel 1
- Op stap met lichenoloog Tim Claerhout
- Muursla
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.