Tijdens mijn verkenningstocht door de betoverende straten van Brugge ontdekte ik een wereld die vaak over het hoofd wordt gezien – de mysterieuze levens die zich vastklampen aan de oude muren van de stad. Terwijl ik langzaam mijn weg baande door smalle steegjes en langs …
Onlangs, op 26 maart 2024, volgden we in het Natuurcentrum Beisbroek (Brugge) een basiscursus mossen, onder leiding van dhr. Hans Vermeulen. Stel je voor: een wereld waar eenvoud de essentie van elegantie vormt. In deze onverwachte rijkdom van de natuur schitteren mossen als de meest …
Vandaag heb ik een eerste keer deelgenomen aan een veldonderzoek dat gericht is op het begrijpen van de impact van het stadsklimaat op de biodiversiteit, met een focus op mossen en korstmossen. Dit onderzoek maakt deel uit van een groter project genaamd Hidden Biodiversity, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), en wordt uitgevoerd door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep in samenwerking met de Hortus botanicus Leiden en Naturalis.
Stadsklimaat en hittestress
Het klimaat in stedelijke gebieden verschilt significant van dat in omliggende landelijke gebieden vanwege de verhoogde hoeveelheid bebouwing. Materialen zoals asfalt, steen en cement absorberen warmte snel en geven deze langzaam weer af. Vooral ’s avonds en ’s nachts, maar ook overdag tijdens de winter, kunnen de temperaturen in grote steden tot 4 à 5 graden hoger liggen.
Het begrijpen van het stadsklimaat is van belang om twee redenen. Ten eerste neemt de verstedelijking wereldwijd toe. Ten tweede leidt de stijgende temperatuur tot een grotere druk op stedelijke gebieden, waarbij hitte een steeds vaker voorkomend probleem wordt. Het is te verwachten dat dit probleem in de toekomst alleen maar zal toenemen. Naast hitte vormt ook de verminderde luchtkwaliteit tijdens warme zomerdagen een uitdaging in steden.
(Korst)mossen zijn bijzonder gevoelig voor veranderingen in hun omgeving, zoals hitte en luchtkwaliteit, waardoor ze uitstekende bio-indicatoren zijn om de invloed van hittestress op de biodiversiteit te meten. Dit onderzoek heeft tot doel om deze impact te meten en in kaart te brengen. Iedereen kan deelnemen want er is geen specifieke voorkennis vereist.
Meer informatie over het project is te vinden op de website: https://www.verspreidingsatlas.nl/projecten/blwg/stadskorstmossen/
Resultaat van mijn deelname aan het onderzoek in Brugge
Tot mijn verbazing kreeg mijn onderzoek een code ROOD toegewezen, wat duidt op aanzienlijke hittestress. Ik had verwacht dat dit in een relatief kleine stad als Brugge, met zijn vele kanalen, minder uitgesproken zou zijn. Dit toont echter aan dat zelfs in Brugge de biodiversiteit lijdt onder de toenemende opwarming van het klimaat in het algemeen, en lokale hittestress in het bijzonder.
Resultaat van het onderzoek aan de Groenerei te Brugge
Op donderdag 7 maart 2024 herhaalde ik, samen met mijn collega Nic Carsauw, het onderzoek op het Walplein in Brugge. Deze keer was het resultaat: matige hittestress, hetgeen niet verwonderlijk is omdat het Walplein aan de rand van de stad ligt in de onmiddellijke buurt van het Prinselijk Begijnhof, een groene zone.
Overal waar je kijkt, vind je groen! In elke stad is er wel een stadspark, en als dat er niet is dan is in de wijde omgeving wel een stadsbos te vinden. Stadsleven vermengd met natuurpracht, en wij waren er klaar voor. Onze bestemming? Het …
Het is zaterdag 17 februari en de zon schijnt stralend aan de hemel! Snel werpen we een blik op de weersvoorspelling voor morgen, en helaas kondigt die een regenachtige zondag aan. We kunnen dus amper wachten om naar de kust te rijden en ons onder …
Zoals alle bryofyten hebben mossen twee vormen van voortplanting: ongeslachtelijke of vegetatieve voortplanting en geslachtelijke voortplanting.
Ongeslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren gebeuren. Bijvoorbeeld wanneer stukjes van de stengel of zelfs één enkel blad van de mosplant (per ongeluk) worden afgebroken. Deze stukjes kunnen dan regenereren om een nieuwe plant te vormen.
Sommige mossen produceren broedlichamen die, afhankelijk van de soort, verschillende vormen kunnen aannemen. Bvb.
Broedkorrels (vb. Knikkersterretje)
Broedblaadjes (vb. Breekblaadje)
Broedtakjes (vb. Boskronkelsteeltje)
Broeddraadjes (vb. Gewoon pronkmos)
Broedknollen (vb. Aardappelknikmos)
Geslachtelijke voortplanting
Geïllustreerde levenscyclus van Polytrichum spec. 1) de sporofyt 2) de sporen 3) de sporen ontkiemen tot een protonema 4) antheridia 5) archegonia 6) bevruchting
Een mos begint zijn leven als een haploïde (zie nota 1) spore die door de wind uit een capsule wordt geschud. De meeste sporen slagen er niet in, maar sommige zullen landen waar er genoeg licht, aarde en water beschikbaar is om te ontkiemen.
Haploïde mossporen zullen ontkiemen en uitgroeien tot een voorkiem (protonema). Het protonema is een kleine, vertakte, filamenteuze structuur die meerdere knoppen zal produceren. Elke knop zal uitgroeien tot een afzonderlijk plantje, de gametofyt.
De voorkiem produceert meerdere haploïde knoppen. Deze knoppen zullen uitgroeien tot afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke gametofyten. De mannelijke gametofyten hebben afgeplatte, cup-achtige bovenkant, terwijl de vrouwelijke gametofyten aan de bovenkant flesvormig lijken.
De mannelijke geslachtsorganen (de antheridia) worden geproduceerd aan de bovenkant van de mannelijke gametofyten. In elk antheridium zal zich een massa weefsel ontwikkelen tot talrijke opgerolde of kommavormige zaadcellen.
De vrouwelijke geslachtsorganen (archegonia) worden geproduceerd op de top van vrouwelijke gametofyten. Een archegonium produceert een enkel ei.
Vreemd genoeg zijn de gametofyten van mos volledig afhankelijk van een regenbui om bevruchting te laten plaatsvinden. Water verzamelt zich en wordt aan de bovenkant van de gametofyten vastgehouden. De antheridia absorberen dit water en zwellen, waardoor hun sperma vrijkomt. Elk sperma wordt naar voren voortgestuwd door een paar flagella. De hoop is dat het sperma door regendruppels zal worden bespat naar de toppen van naburige vrouwelijke gametofyten. Het archegonium geeft suikers, eiwitten, zuren of andere stoffen af die het sperma aantrekken. Sperma zal door de nek van het archegonium zwemmen, het ei bevruchten, om een diploïde (zie nota 2) zygote te vormen. Deze zygote groeit snel uit tot een embryo.
Het embryo groeit vervolgens uit tot een sporofyt.
De rijpende sporofyt is groen en fotosynthetisch, maar vertrouwt nog steeds op de gametofyt voor een deel van zijn koolhydraat-, water- en minerale behoeften.
Volwassen sporofyten bestaan uit een capsule aan de punt van een slanke stengel, de seta genaamd. Het vrije uiteinde van de capsule wordt meestal beschermd door een klein, omrand deksel dat bij volwassenheid openvalt.
Naarmate de capsule rijpt, ondergaan sporocyten binnenin meiose (zie nota 3) om veel haploïde sporen te produceren. De sporen worden dan door de wind uit de peristoom geschud. Een peristoom bestaat uit één rij of twee rijen ’tanden’ die voorkomen dat de sporen allemaal tegelijk worden vrijgegeven. (zie nota 4)
De levenscyclus van het mos illustreert de afwisseling van generaties, waarbij de gametofyt de dominante en onafhankelijke fase is in het leven van mossen. De sporofyt is de generatie in de levenscyclus van mos dat sporen vormt. Deze voortplantingsstrategie stelt mossen in staat zich aan te passen aan een verscheidenheid aan habitats, vooral vochtige omgevingen waar water nodig is voor het bemestingsproces.
Nota
(1) Haploïd verwijst naar een cel of organisme waarvan de cellen één enkele set chromosomen bevatten. In organismen met een levenscyclus die alternerend is tussen haploïde en diploïde stadia, zoals mossen, komen haploïde cellen voor tijdens de gametofytfase.
(2) Een diploïde cel heeft twee sets chromosomen, één afkomstig van elk ouderlijk organisme. Bij geslachtelijke voortplanting vindt de versmelting van haploïde gameten plaats, waarbij een diploïde zygote wordt gevormd. Vervolgens ondergaat de zygote meiose (3) om haploïde cellen te produceren, waardoor de cyclus wordt voltooid.
(3) Meiose is een speciale vorm van celdeling die gebeurt in geslachtscellen en die leidt tot de vorming van haploïde cellen. In het geval van mossen dus haploïde sporen.
(4) Een peristoom komt voor bij (echte) mossen (Bryophyta), maar komt niet voor bij levermossen (Marchantiophyta) en hauwmossen (Anthocerotophyta).
Wow, wat een spektakel na al die regenachtige dagen! Kijk eens hoe levendig en sprankelend de mossen en korstmossen erbij liggen. Ze lijken wel te dansen van vreugde na al dat vocht. Het is alsof de natuur hen een verjongingskuur heeft gegeven, en nu stralen …
Wat zijn mossen? Mossen zijn eigenlijk primitieve mini-sporenplanten die bestaan uit een stengel met blaadjes. Mossen zijn dus géén korstmossen. Ze variëren in formaat van enkele millimeter tot zelfs 10 centimeter. Ze kunnen uitgroeien tot echte matten of plakkaten. In tegenstelling de echte planten hebben mossen …
Wie in de winter – vanwege een gebrek aan andere opties – steeds meer geobsedeerd raken door mos zijn zonder twijfel de botanici. Je weet wel, die door een plantenloep starende individuen die graag op de knieën of – erger nog – plat op hun buik gaan en intens naar de grond staren. Vreemde snuiters dus, zoals u en ik. Bent u er inderdaad ook zo eentje? Mossen kennen voor ons geen geheimen.
Overal in de stad kan je mossen aantreffen: tussen de stoeptegels, in plantenbakken, op daken en muren van oude gebouwen in de stad. Sommige mossen hebben al genoeg aan een scheur in het asfalt van een fietspad. Als je goed kijkt zie je tussen de straatstenen ook mos groeien; al is dat niet de meest veilige plek om ze te fotograferen. In de berm kun je wat meer op je gemak naar mossen kijken. Ook op bomen kun je mossen zien groeien.
Tussen de straatstenen
Mos kruipt in elke kier en spleet, als je het maar zijn gang laat gaan. Deze nederige planten duiken in de meest onwaarschijnlijke plekken op, en wij – de botanici dus – zijn er om het allemaal in kaart te brengen en te fotograferen. Plat op de grond als het moet!
Maar waarom zijn mossen zo interessant? Simpel gezegd: hun aanwezigheid vertelt veel over de eigenschappen van de plaats waar ze groeien. Zo kun je zien of de grond kalkrijk of zuur, vochtig of droog, vervuilend of zuiver is. Ze kunnen sneller water opnemen dan afgeven, waardoor het microklimaat wordt gestabiliseerd. En ze zijn prachtig. Of het nu met het ongewapende oog is of onder de microscoop.
Als je tijdens een bezoek aan de stad iemand langs een kanaal of beekje naar de kademuur of de oever ziet staren, vraag hem dan of hij ook op zoek is naar het Halvemaantjesmos. Dat maakt indruk!
Mossen zijn niets anders dan relatief kleine groene planten. Het merendeel zit door middel van hechtdraden – rizoïden – vastgehecht aan het substraat. Die rizoïden zijn geen echte wortels, want ze dienen niet om voedingsstoffen aan het substraat te onttrekken. Bij mossen ontbreken zowel het wortel- als vaatstelsel. Het transport van water en voedingsstoffen gebeurt via de celwanden.
Mossen planten zich geslachtelijk voort door middel van sporen. Ook daarin verschillen ze van de vaatplanten, die zaden produceren.
Eveneens in tegenstelling tot vaatplanten ontwikkelen mossen geen beschermende opperhuid. Dauw en regenwater kunnen door de buitenste celwanden onverdund naar binnen dringen. Dat heeft ook zijn nadeel! Mosplanten zijn uiterst kwetsbaar voor veranderingen in hun omgeving.
Veel mossen kunnen zich zowel geslachtelijk als vegetatief voortplanten. Geslachtelijk gebeurt dit door middel van sporen; en ongeslachtelijk door middel van broedlichaampjes. Die broedlichaampjes hebben velerlei vormen en zijn meestal met een loep goed zichtbaar.
Soms kan een afgebroken stengel, of delen daarvan, tot een nieuwe mosplant uitgroeien.
Ontdekkingsreis
Wat een boeiende ontdekkingsreis in de wereld van mossen staat ons te wachten! Als we naar hun kenmerken kijken, kunnen we deze wonderlijke planten in drie opwindende groepen categoriseren: bladmossen, levermossen en hauwmossen, waarbij die laatste groep voor nu buiten beschouwing wordt gelaten, aangezien ze bij ons vrij zeldzaam zijn.
Duik je dieper in de bladmossen, dan ontvouwt zich een intrigerende onderverdeling in topkapselmossen, slaapmossen en veenmossen. De diversiteit binnen deze groep is gewoonweg verbluffend! En wat dacht je van de levermossen? Hier hebben we de bebladerde (folieuze) en thalleuze levermossen die wachten om ontdekt te worden.
Ben je benieuwd naar de details van deze fascinerende indeling? Geen zorgen, we duiken er in een volgende bijdrage uitgebreid in. De wereld van mossen is werkelijk een schatkamer vol intrigerende diversiteit!
Wat een opwindende ontdekking is het toch dat sommige mossen alleen tevoorschijn komen onder echt bijzondere omstandigheden! Maar er zijn ook mossen die zo veerkrachtig zijn dat ze werkelijk overal kunnen gedijen; of het nu in de bruisende stad is of te midden van de ongerepte natuur. De diversiteit is gewoonweg verbluffend! Op een schilderachtige slootoever ontmoet je weer andere mossen dan op een honderdjarige eik.
En laten we het ook hebben over beschutte groeiplaatsen, waar de gracieuze, zodenvormende slaapmossen de dienst uitmaken. Bewonder je een zonnige tuinmuur of een rustieke grafsteen? Daar schitteren de topkapselmossen in volle glorie! De natuur heeft werkelijk een schatkist aan verbazingwekkende mossen die wachten om ontdekt te worden.
Waarschuwing
Maar wees gewaarschuwd: het verkennen van hun wereld vraagt wel wat extra inspanning, en het is mogelijk dat deze groene miniatuurwereld minder opvalt dan majestueuze bomen of kleurrijke bloemen. In het gunstigste geval worden mossen vaak beschouwd als het ‘zachte behang’, maar helaas… in het slechtste geval zien velen ze als ongewenst groen dat moet worden bestreden. Wat ontzettend jammer is, vooral omdat mossen belangrijke indicatoren zijn van luchtvervuiling en klimaatverandering. Ze reageren snel op veranderingen in hun omgeving. We gaan deze kleine, groene schatten de komende weken een welverdiende plek in de spotlight geven! Laat je verrassen door hun geweldige diversiteit en levendigheid! Ga je mee op ontdekkingstocht?
Korstmossen
Korstmos
En tot slot: Mensen vragen me soms of korstmossen ook mossen zijn. Neen, dat is niet het geval.
In tegenstelling tot traditionele planten hebben korstmossen geen stengels, bladeren, bloemen of wortels. Wat ze wel hebben, is een unieke symbiotische samenwerking tussen algen en/of blauwwieren met een schimmel. Duik dieper in deze betoverende wereld met onze 10-delige reeks op deze website en ontdek de wonderen van korstmossen!
Ik schrijf zondag 10 december 2023, en – ware het niet dat ik zonet de Kerstman voor de voeten liep en mijn agenda gecheckt heb om na te gaan of het geen zinsbegoocheling was – je zou je eind oktober of begin november wanen. De …