Een groene ontdekkingstocht in de stad

Ook dit jaar trekken we tijdens de zomermaanden juni, juli en augustus weer de stad in, gewapend met loep, camera en een flinke portie verwondering. Geen zorgen: je hoeft je niet schrap te zetten voor een olifant op de Markt of een jachtluipaard in de Langestraat. Onze ‘prooi’ is een stuk subtieler – maar minstens zo fascinerend.
We gaan op zoek naar wilde planten: de stille bewoners van Brugge die zich moeiteloos nestelen tussen kasseien, langs oude gevels en in vergeten hoekjes van de stad. Ze zijn klein, bescheiden en vaak onopgemerkt, maar o zo bijzonder.
Als echte stadsavonturiers speuren we naar groen waar je het nooit verwacht. Soms moet je knielen, soms goed turen – maar wie zijn zintuigen scherp houdt, ontdekt een wereld vol verhalen, schoonheid en overlevingskunst.
Dus, trek je speurdershoed aan, slijp je blik en sluit je aan bij onze zomerse plantensafari!
Wie weet stuit jij wel op een zeldzame stadsbewoner die al jaren ongemerkt op je wacht.
Want zelfs in het hart van Brugge bewijst de natuur telkens weer: ze laat zich niet tegenhouden.
Deze ontdekkingstocht laat je met nieuwe ogen kijken naar de stad én naar wat groeit en bloeit ondanks alles. Ga je mee?

Gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata)

Met haar drietallige blaadjes lijkt ze op een klavertje, maar vergis je niet: deze klaverzuring hoort tot een heel andere plantenfamilie. Ze groeit laag bij de grond, vormt dichte matten en toont soms fijne gele bloempjes die als miniatuurzonnetjes uit de voegen schijnen.
Wat haar naam zo treffend maakt? De opvallende, naar buiten staande ‘hoorntjes’: de vruchtjes die bij aanraking plots openspringen en hun zaadjes met kracht wegschieten – een echte katapult in het klein!

Scherpe boterbloem (Ranunculus acris)

Met haar glanzende, felgele bloemblaadjes is ze haast het toonbeeld van een lentelandschap. Je ziet haar overal – hier in de Hof Arents – een vrolijk gezicht dat herinneringen oproept aan kindertijd en bloemenkransen. Maar laat je niet misleiden door haar lieflijke uiterlijk: de scherpe boterbloem is geen doetje.
Ze dankt haar naam aan het pittige sap in haar stengel en bladeren, dat bij sommige dieren en mensen huidirritatie kan veroorzaken. Een verdedigingsstrategie die haar helpt overeind te blijven tussen grazers en plukkende handen.

Gekroesde melkdistel (Sonchus asper)

Ze ziet eruit als een ruige rakker, met haar blauwgroene bladeren vol gekroesde stekels en een houding van: “Hier ben ik, en ik wijk voor niemand.” Maar vergis je niet – achter dat stoere uiterlijk schuilt een opmerkelijk flexibele overlever.
De gekroesde melkdistel duikt op tussen stoeptegels, langs muren, op braakliggende grond. Ze groeit snel, bloeit rijk met gele bloemhoofdjes, en zit vol wit melksap – vandaar haar naam. En dat melksap? Dat is haar geheim wapen én haar handelsmerk.

Akkerwinde (Convolvulus arvensis)

Met haar trechtervormige bloemetjes in wit of zachtroze en haar sierlijke slingerstengels lijkt de akkerwinde wel een juweel uit een tuin. Maar laat je niet misleiden: deze plant kiest zélf haar plek – of dat nu een akker is, een braakliggend terrein of een scheur in het asfalt.
Ze klimt, kronkelt, omhelst alles wat in haar buurt groeit en slingert zich omhoog naar de zon. Haar groeikracht is legendarisch, haar doorzettingsvermogen bewonderenswaardig – tot frustratie van menige tuinier, maar tot vreugde van wie houdt van wilde schoonheid.

Avondkoekoeksbloem (Silene latifolia)

Overdag lijkt ze misschien wat ingetogen, met haar viltige stengels en lichtgroene kelken. Maar wacht tot de schemering valt… dan opent ze haar hagelwitte bloemblaadjes en toont ze haar ware schoonheid. Haar bloemen lichten op in het avondlicht, als kleine lantaarntjes langs veldwegen, dijken en stadsranden.
Ze bloeit niet voor zomaar iedereen. Nee, de avondkoekoeksbloem heeft een zwak voor nachtvlinders – en die voor haar. Haar geur, die pas bij valavond vrijkomt, lokt deze mysterieuze bezoekers van ver. Het is een betoverend samenspel van geur, timing en licht – pure poëzie in de natuur.

Gele morgenster (Tragopogon pratensis)

Met haar stralend gele bloemen lijkt ze wel een kleine zon op een stengel: rank, sierlijk en perfect gevormd. Maar wie haar wil bewonderen, moet vroeg opstaan. Want deze plant opent haar bloemen bij het ochtendlicht – en sluit ze alweer voor de middagzon te fel wordt. Een echte ochtendbloem dus, die leeft op het ritme van de dageraad.
De gele morgenster groeit graag in graslanden, wegbermen en ruige stadsranden. Haar smalle, grasachtige bladeren maken haar bijna onzichtbaar tussen het groen – tot ze ineens die felle bloem omhoogsteekt, als een vuurtoren in het ochtendlicht.

Gewone raket (Sisymbrium officinale)

Ze klinkt als een ruimtevaartproject, maar deze ‘raket’ blijft met beide voeten op de grond – al groeit ze soms dwars door asfalt heen. Je vindt haar op straathoeken, bouwterreinen en tussen stoeptegels. Ze is een echte overlever.
De gewone raket behoort tot de kruisbloemenfamilie, en heeft scherpe mosterdachtige stoffen in haar bladeren – vroeger werd ze niet voor niets als keelmiddel voor zangers gebruikt. In het Engels heet ze zelfs “hedge mustard” of “the singer’s plant”, omdat ze zou helpen tegen heesheid. Een plant met stem dus, letterlijk én figuurlijk.

Grote engelwortel (Angelica archangelica)

Met haar majestueuze hoogte – soms tot twee meter of meer – torent ze uit boven haar omgeving. Haar stengel is dik en paars gestreept, haar bladeren groot en diep ingesneden. Maar het zijn vooral de bloemschermen die de show stelen: immense bollen van duizenden kleine groengele bloempjes die gonzen van het insectenleven.
De naam ‘engelwortel’ komt niet zomaar uit de lucht gevallen. Volgens oude legenden zou de aartsengel Rafaël deze plant hebben aangewezen als geneesmiddel tegen de pest. Geen wonder dat ze haar plek vond in kloostertuinen en kruidenboeken, waar ze werd geprezen om haar zuiverende, versterkende en beschermende krachten.

Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris)

Deze plant is moeilijk te missen: de bloemen zijn groot, weelderig en opvallend gelijnd met dieppaarse aders, alsof ze met een penseel zijn getekend. Groot kaasjeskruide bloeit maandenlang – van vroege zomer tot diep in de herfst.
Zijn naam verwijst naar de ronde vruchtjes die doen denken aan miniatuurkaasjes – een klein natuurwondertje voor wie even stil staat en goed kijkt.
En dat is nog niet alles: deze plant werd eeuwenlang geroemd om zijn geneeskrachtige werking. In oude kloostertuinen stond hij bekend als verzachtend middel bij hoest en huidproblemen. Zelfs in de keuken vond hij zijn weg: jonge blaadjes en bloemen zijn eetbaar en werden gebruikt in salades of als thee.

Knopherik (Raphanus raphanistrum)

Knopherik – alleen die naam al klinkt als iets wat je serieus moet nemen. En dat klopt: deze plant is de wilde voorouder van onze gekweekte radijs en draagt dus een flinke portie karakter in zich. Haar bloemen zijn lichtgeel tot crèmekleurig, soms met een vleugje paars, en getekend met fijne aders – alsof iemand er zachtjes een penseel over heeft gehaald.
Je vindt haar op akkers, langs zandige wegbermen, op kale grond of in de stad op verstoorde plekken. Ooit werd ze beschouwd als lastig onkruid, maar tegenwoordig groeit de waardering voor haar vastberadenheid én haar nut voor insecten. Haar bloei trekt tal van bijen en zweefvliegen aan, en haar aanwezigheid vertelt een verhaal van overleving en aanpassing.

Steenkruidkers (Lepidium ruderale)

Ze is geen opvallende verschijning. Integendeel: de meeste mensen stappen er gedachteloos overheen. Maar wie goed kijkt, ziet een plat tegen de grond groeiend tapijtje van fijn verdeelde blaadjes, met piepkleine witachtige bloempjes en karakteristieke platte zaadjes in tweetallen – als een soort groene knoopjes.
De naam steenkruidkers zegt het al: ze houdt van stenige, verharde plekken – in stadsgrachten, langs voetpaden, op parkings en op plekken waar de natuur zich nauwelijks laat vermoeden. En tóch is ze daar. Je zou haar de guerrillastrijder onder de stadsplanten kunnen noemen.
En er zit ook nog een verrassing in haar geur: bij kneuzen verspreiden de blaadjes een scherpe, doordringende geur die doet denken aan koriander of peterselie – kruidig, onmiskenbaar. In sommige culturen worden de jonge blaadjes zelfs als smaakmaker gebruikt.

Link naar de 12 meest recente bestanden
- Sint-Janskruid versus Jacobskruiskruid
- Een botanische snotneus
- Tijd voor een welgemeende dankjewel
- Is er leven op Mars? (Deel 2)
- Is er leven op Mars? (Deel 1)
- Waar kruiden fluisteren op jouw pad
- Stadsplanten op sociale media
- Wilde orchideeën
- Bosorchis (Dactylorhiza fuchsii)
- Een groene ontdekkingstocht in de stad
- Hoe goed kent u de stadsplanten écht?
- Op safari in de stad – een teaser
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.