De muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis) is een sierlijke plant met kleine lilakleurige bloemen en gele vlekken. Ze groeit uitbundig op oude, kalkrijke muren, zoals in Brugge, waar ze vaak op kademuren en tussen voegen van metselwerk te vinden is. Oorspronkelijk een bergplant uit Zuid-Europa, verspreidde ze …
Zodra de zon zich zo uitbundig laat zien als de voorbije dagen, lijkt de natuur haast te jubelen van vreugde. Alles komt in beweging: kruiden schieten als pijlen uit de grond en vroege bloeiers toveren van de ene dag op de andere een levend palet …
Tijdens een recente wandeling door het betoverende Brugge besloot ik iets anders te doen: “Waarom niet eens de meest voorkomende wilde planten in de stad vastleggen en een top tien samenstellen?” Maar eerlijk is eerlijk… dat bleek nog een hele uitdaging! Niet omdat er een tekort was aan wilde planten—verre van dat. De overvloed ervan maakte het juist lastig om een selectie te maken. Hier gaan we…
Straatgras (Poa annua)
Eén plant springt er zó uit dat hij buiten categorie valt: straatgras. Dit plantje is werkelijk overal te vinden. De Tadej Pogačar onder de stadsplanten. Die heeft geen concurrentie… Straatgras (Poa annua)
Straatgras
Daarnaast zijn er drie soorten die zonder twijfel een plekje op het podium verdienen. Bovenaan schittert muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus), een échte winnaar. De tweede plaats gaat naar Klein glaskruid (Parietaria judaica), en op de derde trede van het podium prijkt muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis).
Muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus)
Muurfijnstraal
Muurfijnstraal is een relatief recente nieuwkomer in het stedelijk gebied. Toch heeft deze plant een verrassende opmars gemaakt, vooral in Brugge, waar hij zich met flair heeft genesteld op oude kademuren en langs de gevels in het historische stadscentrum. Dit groene wondertje voelt zich blijkbaar helemaal thuis in de stad, want naast Brugge duikt het ook steeds vaker op in Gent en Roeselare, waar het gestaag terrein wint. In andere steden zoals Mechelen bijvoorbeeld zou het nog maar met mondjesmaat voorkomen. We verwachten dat het ook daar algauw aan zijn veroveringstocht begint.
In Vlaanderen wordt het Klein glaskruid beschouwd als een zeldzaam, verborgen juweeltje. Maar dat is zeker niet het geval in Brugge. Het duikt in welhaast elke straat op. Deze bijzondere plant komt vooral voor in de stille hoekjes van oude abdijen en tussen de eeuwenoude stenen van historische stadskernen zoals Ieper, Gent, Kortrijk, Brugge, Mechelen, Lier en Antwerpen.
Hoewel muurleeuwenbek al eeuwenlang deel uitmaakt van het Vlaamse landschap, blijft deze plant ons verrassen. In de afgelopen decennia heeft hij zijn vleugels nog verder uitgeslagen en zijn aanwezigheid flink vergroot. Tegenwoordig is muurleeuwenbek een vertrouwde verschijning in Vlaanderen, met de grootste concentraties in steden—niet geheel onverwacht, gezien zijn voorliefde voor oude muren en stadsmuren.
Tot daar het makkelijke gedeelte van mijn avontuur. Nu begint de échte uitdaging: een ranglijst opstellen. Maar waarom zou ik het mezelf moeilijk maken? Ik besluit dus om de drie bovenstaande laureaten even buiten beschouwing te laten. Aan het eind van het verhaal zijn er – zoals ook op de recente Olympische Spelen het geval was – een aantal kanshebbers die het net niet haalden. Ze verdienen echt wel hun plekje onder de schijnwerpers, maar we moesten een keuze maken.
Hierna volgt dus een lijst van tien veel voorkomende urbane wilde planten in Brugge. Heel zeker zijn er nog andere soorten die je vaak ‘tegen het lijf loopt’. De volgorde is vrij willekeurig. Het is niet noodzakelijk zo dat de ene soort meer of minder voorkomt dan een andere.
Paardenbloem (Taraxacum officinale)
Paardenbloem
Wie kent ze niet, de paardenbloemen? Hoewel ze in de eerst plaats bewoners zijn van cultuurgraslanden komen ze ook in onze steden frequent voor. Bekend om zijn heldergele bloemen en pluizige zaadhoofden, groeit vaak in trottoirspleten en gazons. Meer informatie over de paardenbloem is te vinden op: https://www.ecopedia.be/planten/paardenbloem
Klein kruiskruid (Senecio vulgaris)
Klein kruiskruid
In Vlaanderen is klein kruiskruid uiterst algemeen. Het is een snelgroeiende plant met kleine gele bloemen die vaak in verstoorde grond wordt gevonden, maar het ook in de stad uitstekend naar zijn zin heeft. https://www.ecopedia.be/planten/klein-kruiskruid
Zwarte nachtschade (Solanum nigrum)
Zwarte nachtschade
Wereldwijd behoort zwarte nachtschade tot de sterkst verbreide onkruiden. Resistentie tegen sommige herbiciden had een tijdlang tot gevolg dat de plant in veel akkers een dominante positie ging innemen. Ook in de stad merk ik deze plant steeds vaker op. De beklierde nachtschade lijkt er goed op en is vaak enkel te onderscheiden met een plantenloep.
Zwarte nachtschade is een ware pionier, en duikt overal op waar de aarde wordt blootgelegd. Je vindt deze plant op onverwachte plekken: in tuinen, langs verstoorde bermen, op braakliggend terrein, stortplaatsen, aan de voet van muren en zelfs tussen de kieren van straatstenen of dakgoten. https://www.ecopedia.be/planten/zwarte-nachtschade
Gewoon herderstasje (Capsella bursa-pastoris)
Gewoon herderstasje
Vandaag is herderstasje in Vlaanderen nog altijd een uiterst algemene soort. Het is gemakkelijk herkenbaar aan zijn hartvormige zaaddoosjes. Ooit vroeg een jonge student mij waar hij het Gewoon herderstasje in Brugge kon vinden. Hij had dit namelijk als opdracht meegekregen van zijn leerkracht biologie. Mijn antwoord was even duidelijk als verwarrend: “Overal!” Vandaag is herderstasje in Vlaanderen nog altijd een uiterst algemene soort. https://www.ecopedia.be/planten/gewoon-herderstasje
Grote Weegbree (Plantago major)
Grote weegbree
Grote weegbree is een typische tredplant die vooral voorkomt op sterk betreden plaatsen zoals randen van paden en straten, ook tussen plaveisel Herkenbaar aan zijn brede, platte bladeren en lange bloeistengels. Het is vaak te vinden in verdichte grond en straatgoten. https://www.ecopedia.be/planten/grote-weegbree
Gewone melkdistel (Sonchus oleraceus)
Gewone melkdistel
Gewone melkdistel is in Vlaanderen uiterst algemeen. Met zijn paardenbloemachtige bloemen en melksap is hij vaak te vinden in verstoorde grond, maar ook tegen de gevels in de stad komt hij zeer vaak voor. https://www.ecopedia.be/planten/gewone-melkdistel
Knopkruid (Galinsoga)
Knopkruid
Knopkruid (Galinsoga) is een geslacht uit de composietenfamilie. Er bestaan twee soorten: harig knopkruid en kaal knopkruid. In ieder geval is harig knopkruid vandaag in Vlaanderen een zeer algemene soort en duidelijk de algemeenste van de twee. In welke mate kaal knopkruid mogelijk lijdt onder de concurrentie van harig knopkruid, is niet duidelijk. https://www.ecopedia.be/planten/harig-knopkruid https://www.ecopedia.be/planten/kaal-knopkruid
Hoge fijnstraal (Conyza sumatrensis)
Hoge fijnstraal
Er zijn een aantal soorten fijnstraal die vaak moeilijk van mekaar te onderscheiden zijn: Canadese fijnstraal, hoge fijnstraal en ruige fijnstraal. We zullen het er later nog uitgebreid over hebben.
Pas in 1990 werd hoge fijnstraal voor het eerst in Vlaanderen waargenomen (Antwerpen), maar wellicht is het pas in de tweede helft van de jaren 90 dat de eigenlijke expansie begonnen is, eerst rond Antwerpen en vervolgens rond Gent. Ondertussen is hoge fijnstraal rond die steden een vrij tot zeer gewone verschijning geworden. Nadien verscheen ze ook rond Brussel, in het zuiden van West- Vlaanderen en plaatselijk ook al talrijk aan de kust (voornamelijk rond de havensteden Oostende en Zeebrugge).
Varkensgras is uiterst algemeen in heel Vlaanderen. In de steden is het een echte tredplant. Ze staat op zeer banale plaatsen, zoals voetpaden, randen van wegen, parkeerplaatsen, paden, enz. Varkensgras kan enige zoutinvloed verdragen, maar groeit toch vooral op zoutloze bodems. Bron: https://www.ecopedia.be/planten/gewoon-varkensgras
Gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata)
Gehoornde klaverzuring
In Vlaanderen is gehoornde klaverzuring vrij algemeen. De soort werd al door DODOENS (1554) vermeld. In 1867 vermeldden Thielens en Devos dat deze zuidelijke soort aan het inburgeren was en voorkwam in de omgeving van Brussel, Gent, Doornik en Sint-Truiden. Tijdens de laatste karteerperiode is het aantal uurhokken sterk toegenomen, vooral in het westen en het midden van Vlaanderen. Ook elders in Europa breidde de soort zich, vooral in de twintigste eeuw, sterk uit. https://www.ecopedia.be/planten/gehoornde-klaverzuring
De afvallers
Zij haalden het podium net niet: Muursla (Mycelis muralis), Perzikkruid (Persicaria maculosa), Klein streepzaad (Crepis capillaris), Steenkruidkers (Lepidium ruderale) en last but nog least… Stinkende gouwe (Chelidonium majus)
De Centrale Begraafplaats van Brugge (Assebroek) is een verborgen juweel: een serene, groene oase waar de tijd lijkt stil te staan. Deze plek ademt geschiedenis, met graven van prominente Brugse kunstenaars, schrijvers, politici en adellijke families. Hier rusten onder andere de beroemde schrijvers Guido Gezelle …
Zondag 16 juni In de stenen jungle van de stad, waar gebouwen de hemel lijken te strelen en auto’s als constante stromen door de straten razen, huist een verborgen schat die vaak over het hoofd wordt gezien: de planten die moedig opduiken tussen de kieren …
Tijdens mijn verkenningstocht door de betoverende straten van Brugge ontdekte ik een wereld die vaak over het hoofd wordt gezien – de mysterieuze levens die zich vastklampen aan de oude muren van de stad. Terwijl ik langzaam mijn weg baande door smalle steegjes en langs middeleeuwse kanalen, werd ik betoverd door de immense biodiversiteit die deze muren herbergen. Elk stukje steen leek een eigen verhaal te vertellen.
Langs de kanten van de gevels kropen delicate groene vingers van klimop, hun kronkelende ranken als levenslijnen tussen de stenen, terwijl mos zachtjes fluisterde in de schaduwrijke hoekjes. De kleine bloempjes van het kandelaartje durfden hun hoofden uit te steken, een uitnodiging voor de voorbijgangers om even stil te staan en te genieten van hun eenvoudige schoonheid.
Zelfs de kleinste scheuren en kieren waren gevuld met een schat aan leven. Minuscule mosplantjes vonden hun weg naar het licht, terwijl insecten en kleine diertjes een thuis vonden in deze kleine oases van groen te midden van het stedelijke landschap.
In deze ogenschijnlijk versteende stadsomgeving vond ik een onverwachte rijkdom aan leven en schoonheid. Het was een herinnering aan de veerkracht van de natuur, die zelfs in de meest onwaarschijnlijke hoekjes een plekje weet te veroveren en te gedijen. Ga je mee op tocht?
Een fotoverslag
Klik op de foto’s om een groter formaat te bekijken.
Tegen de muur van het Kantcentrum vond ik op nauwelijks een halve meter 7 verschillende soorten.Steenbreekvaren, Moehringa, Stinkende gouwe, mos en korstmos spec. én een verborgen kandelaartje.kandelaartje, mos en korstmos spec. op een muur in de RolwegKluwenhoornbloem, liggende vetmuur, mos en korstmos spec. op een kademuurMuurleeuwenbekje en eikvaren spec.
Van april af ondergaat de natuur een majestueuze transformatie, waarbij de groeispurt van stedelijke flora ons haast de adem beneemt. Komende lente en zomer zullen we ons regelmatig wagen aan een safari in de stad, een avontuurlijke reis door de jungle van steen en beton. …
Ik schrijf zondag 10 december 2023, en – ware het niet dat ik zonet de Kerstman voor de voeten liep en mijn agenda gecheckt heb om na te gaan of het geen zinsbegoocheling was – je zou je eind oktober of begin november wanen. De …
Als je door Brugge wandelt zie je overal op oude vestingmuren, op bruggen en kademuren, op de stoep, tegenaan huisgevels en op daken de muurleeuwenbek, met zijn sierlijke lila bloempjes met kleine gele vlekken. Gelukkig niet enkel in Brugge, evenzo in andere steden, want deze typische stadsplant is een schoonheid. Klein wat formaat betreft, en ogenschijnlijk teer en kwetsbaar, maar vergis u niet, het is een echte survivor die heel wat kan verduren.
Oorspronkelijk is het een bergplant uit Zuid-Europa. De mens heeft hem over Europa verspreid en in het begin van de 17de eeuw kwam hij hier terecht. In Vlaanderen is hij vrij algemeen in stedelijke gebieden, maar toch zeldzaam in de Kempen. Al sinds de tweede helft van de zestiende eeuw is het ingeburgerd in Vlaanderen. Al in 1554 wordt het door Dodoens beschreven. Het is één van de meest voorkomende muurplanten. De soort is een echte pionier die op verweerde muren kan kiemen.
Al heel vroeg in de lente – soms al in maart of april – verschijnen de eerste bloemen van het muurleeuwenbekje en de bloei gaat door tot de eerste vorst zijn intrede doet. Overal langs de langgerekte, vaak roodachtige stengels verschijnen de bloemetjes. Ze zijn klein – nog geen centimeter groot – maar meer dan de moeite waard om eens van dichtbij te bekijken. De kleur van de bloemetjes is schitterend violet met twee opvallende, gele vlekken. Een loepje kan goede diensten bewijzen.
Het bloempje van muurleeuwenbek
Ingenieus
Muurleeuwenbek is daarenboven bijzonder ingenieus. Insecten kunnen tussen de boven en de onderlip door de bloem bezoeken en zorgen voor de bevruchting. Ze worden daarbij door de mooie tekening op de onderlip en de twee gele knobbels geleid. Na de bevruchting buigt de bloemsteel naar de muur, zodat de zaadjes tegen de muur in spleten en voegen in het metselwerk gedrukt worden.
De manier waarop de zaden zich verspreiden en naar de muur toe ‘buigen’ is een ingenieuze aanpassing waardoor de plant in deze specifieke habitat kan groeien.
De zaden zitten meestal in kleine capsules. Als deze capsules rijpen en uitdrogen splitsen ze zich open en laten ze de zaden erin los. De capsules zijn bevestigd aan een slanke steel en hier komt de unieke aanpassing in het spel.
Hygroscopisch
De steel van de zaadcapsule is hygroscopisch, wat betekent dat deze reageert op veranderingen in de vochtigheidsgraad. Als de lucht droog is droogt de steel uit. Deze actie buigt de zaden effectief naar de muur toe, waardoor ze in contact komen met het oppervlak. Daarna kunnen de zaden eraan blijven kleven, ontkiemen en beginnen groeien. Deze aanpassing zorgt ervoor dat de zaden in een gunstige omgeving terechtkomen voor kieming en groei. Recente onderzoeken brachten ook de invloed van bepaalde groeihormonen aan het licht.
Als de vruchten gewoon naar voren zouden staan, dan zou het zaad vallen. Dat zou een haast onmogelijke klim worden om weer boven te geraken. Ook mieren dragen hun steentje bij. Zij verslepen de zaden van het plantje naar hun nest, waarbij onderweg het nodige wordt gemorst. De mieren is het alleen te doen om het ‘mierenbroodje’, een oliehoudend en koolhydraatrijk aanhangsel op het zaad, waarmee de larven worden gevoed.
Muurleeuwenbek plant zich ook makkelijke vegetatief voort, dus door steeds vanuit de stengel nieuwe plantjes te krijgen.
Een gleuf of barstje is al voldoende
Naamgeving
De geslachtsnaam ‘Cymbalaria’ is afgeleid zijn van ‘kymbalon, wat ‘cimbaal’ of ‘bekken’ betekent. Dit verwijst naar de vorm van de bladeren. De soortaanduiding ‘muralis’ betekent uiteraard ‘muur’. Leeuwenbek in de Nederlandse naam verwijst naar de gelijkenis van de bloem met de muil van een leeuw, al moet ik toegeven dat die gelijkenis mij volkomen ontgaat… Ziet u het?
Culinair gebruik
Hoewel er geen sterk bewijs bestaat dat suggereert dat de plant giftig zou zijn voor mensen wordt het weinig culinair gebruikt. De blaadjes van de muurleeuwenbek zijn eetbaar en worden in de mediterrane regio in salades verwerkt. Ze hebben een pittige smaak. Oudere bladeren worden bitter. De bloemetjes kunnen dienen als eetbare decoratie.
Medicinaal gebruik
Hoewel de geneeskrachtige eigenschappen niet goed gedocumenteerd of uitgebreid onderzocht zijn werd de plant in de traditionele volksgeneeskunde gebruikt voor de heling van wonden.
Sommige herboristen suggereren dat de bladeren van de plant lokaal kunnen worden gebruikt om wonden en kleine huidirritaties te helpen genezen. Het werd destijds gebruikt als een mild ontstekingsremmend middel en heelmeesters brachten kompressen van de plant aan om ontsteking te verminderen. Muurleeuwenbekje werd eveneens gebruikt om nare gevolgen van insectenbeten te verzachten.
In de volksgeneeskunde werd het eveneens gebruikt als slijmoplossend middel om hoesten en ademhalingsklachten te verlichten. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van dit gebruik.
de mooie tekening op de onderlip van de bloempjes en de twee gele knobbels
Waarschuwing
Er is gemeld dat de plant milde laxerende effecten kan hebben.
Houd er rekening mee dat de informatie over het medicinale gebruik van Cymbalaria muralis voornamelijk anekdotisch is en gebaseerd is op traditionele volksgebruiken. Er is beperkt wetenschappelijk onderzoek om deze beweringen te onderbouwen en de veiligheid en effectiviteit van het gebruik van deze plant voor medicinale doeleinden zijn niet goed gedocumenteerd. Als u overweegt een plant voor medicinale doeleinden te gebruiken, is het van essentieel belang dat u een zorgverlener of deskundig fytotherapeut raadpleegt voor de juiste begeleiding en om uw veiligheid te waarborgen.