Tussen stoeptegel en rioolrooster (deel 1)

Begin juni stonden we klaar voor een avontuurlijke speurtocht naar het mysterieuze groen dat dapper groeit tussen stoeptegel en rioolrooster. Maar helaas… onze eerste poging werd al snel een slalomparcours langs sigarettenpeuken, hondendrollen (vers én vintage), dolgedraaide plastic zakjes, bierblikjes met een geschiedenis, frietbakjes, pizzadozen (leeg, uiteraard) en moegeslofte cruise-toeristen.
Maar deze keer zijn we vastberaden: ogen op de grond, neus in de wind, en geen genade voor visuele ruis. We gaan voluit op zoek naar de echte helden van het straatbeeld – de planten die niemand geplant heeft, maar die tóch hun plaats opeisen tussen kasseien, klinkers en afvoerputjes.
Wat vonden we? Verrassend veel! Van piepkleine pioniers tot onverwachte schoonheden – lees mee in onze stoep-safari vol verrassende ontmoetingen en close encounters!
In drie opeenvolgende afleveringen trekken we eropuit langs het vaak over het hoofd geziene groen van de straat. Elke week lichten we een tiental van onze ‘straatgootvondsten’ – wat een scrabblewoord – kort toe. Er groeit meer tussen de stoeptegel en het rioolrooster dan je denkt. Er schuilt een wereld van geharde straatvechters, vergeten remedies en stille schoonheid. Blijf kijken… het wordt een boeiende zoektocht!

Gewoon varkensgras (Polygonum aviculare)
Gewoon varkensgras is een taaie overlever die je vaak vindt tussen stoeptegels, op opritten en in straatgoten. De kruipende stengels vormen een plat tapijtje, met smalle blaadjes en piepkleine roze-witte bloempjes. Varkens zijn er dol op – vandaar de naam – maar ook mussen pikken graag de zaden op. Deze plant lijkt onopvallend, maar is een ware kampioen in betreden worden én toch blijven groeien. Een echte stadsplant met karakter!

Grote weegbree (Plantago major subsp. major)
Grote weegbree is de onverschrokken stoepgeneraal van de stadsnatuur. Met zijn stevige, ovale bladeren en dikke nerven trotseert hij voetgangers, fietsen én kinderwagens. Je vindt hem vaak op platgetrapte plekken, waar andere planten het al lang hebben opgegeven. Zijn groene aren met piepkleine bloempjes steken fier omhoog als vlaggen van volharding. Vroeger werd hij geprezen als wondkruid – nu vooral bewonderd als taaie stadsbewoner met een onverwoestbare wil om te blijven staan waar hij niet geplant is.

Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris)
Jakobskruiskruid (hier in een heel jong stadium) is een avonturier met felgele bloemetjes. Je vindt hem vooral op ruige plekken: bermen, braakliggende terreinen en dus soms zelfs tussen de straatstenen. Hij ziet er vrolijk uit, maar vergis je niet: dit kruid is giftig voor vee en paarden. Toch is het een feestmaal voor talloze insecten, vooral de opvallende zwart-gele sint-jakobsvlinder, wiens rups zich tegoed doet aan zijn bladeren.

Klaverzuring (Oxalis spp.)
Klaverzuring is een charmante verschijning met haar hartvormige blaadjes die sterk lijken op klaver, maar toch niet tot de klaverfamilie behoort. In werkelijkheid hoort ze thuis in de klaverzuringfamilie. Er bestaan meerdere soorten, zoals de witte (Oxalis acetosella) en de paarse kleine klaverzuring (Oxalis corniculata), elk met hun eigen flair. Ze groeien vaak op schaduwrijke plekken, in tuinen, stoepjes en muren. De blaadjes smaken friszuur door het oxaalzuur – vandaar de naam.

Slaapkamergeluk (Soleirolia soleirolii)
Slaapkamergeluk is een tapijtplantje dat eruitziet als een zacht, groen wolkje. Oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied, maar intussen ook vaak verwilderd te vinden in stadstuinen, tussen muren of op vochtige stoepjes. De piepkleine blaadjes lijken haast geborduurd, en vormen dichte matten die zich stilletjes uitbreiden. Ondanks de lieflijke naam is het geen klimplant of kamerplant, maar een kruipende bodembedekker. De plant wordt ook gebruikt als kamerplant maar af en toe vind je – zoals hier – een ‘ontsnapt’ exemplaar.

De hemelboom (Ailanthus altissima)
Deze jonge kerel is echt een geval apart — een flinke deugniet, dat staat vast! De hemelboom is een snelgroeiende boom die oorspronkelijk uit China komt. Hij valt op door zijn grote, geveerde bladeren en zijn vermogen om zich snel te verspreiden, zowel via zaad als worteluitlopers. Hoewel hij vaak in steden groeit en weinig eisen stelt aan de bodem, brengt hij ook nadelen met zich mee. Zijn krachtige wortels kunnen schade veroorzaken aan funderingen, rioleringen en wegen. Door zijn agressieve groei wordt de hemelboom in veel gebieden als invasieve soort beschouwd, wat beheer en verwijdering vaak noodzakelijk maakt.

Bloedzuring (Rumex sanguineus)
Bloedzuring is een opvallende plant die je herkent aan haar lancetvormige bladeren met dieprode nerven — vandaar de naam. Ze behoort tot de duizendknoopfamilie en groeit graag op vochtige, voedselrijke gronden, zoals bosranden en ruigten. Bloedzuring is verwant aan de gewone veldzuring, maar valt meer op door haar decoratieve blad. De bladeren zijn eetbaar en hebben een frisse, zurige smaak. Net als andere zuringsoorten bevat bloedzuring oxaalzuur, dus met mate gebruiken is aangeraden. Een elegante, maar licht pittige verschijning die je niet meteen in de straatgoot verwacht!

Kluwenhoornbloem (Cerastium glomeratum)
De kluwenhoornbloem is een eenjarige plant uit de anjerfamilie. Het is een taai kruid dat vaak over het hoofd wordt gezien. Ze groeit in wegbermen, ruigten en tussen straatstenen, en voelt zich prima thuis op droge, voedselrijke bodems. De naam verwijst naar de dicht opeengepakte bloeiwijze en de kleine, witte bloemen met gespleten kroonblaadjes. De stengels en blaadjes zijn bedekt met kleverige haartjes, waardoor ze gemakkelijk zand en stof oppikken — een echte straatvechter. Hoewel weinig spectaculair, is de kluwenhoornbloem een doorzetter die in het voorjaar al snel opschiet waar andere planten nog moeten beginnen. Een bescheiden, maar vastberaden groeier.

Vogelmuur (Stellaria media)
Vogelmuur is een onovertroffen overlever in de plantenwereld. Dit fragiel ogende plantje met zijn kleine witte bloemetjes en tere stengels groeit bijna het hele jaar door, zelfs midden in de winter. Je vindt het overal: in tuinen, op akkers, tussen stoeptegels — waar ook maar een beetje vocht en stikstof te vinden is. Vogelmuur is zacht, sappig en eetbaar, rijk aan vitaminen, en geliefd bij kippen én wildplukkers. Maar vergis je niet in zijn kwetsbare uiterlijk: dit is een taaie rakker die zich razendsnel uitzaait. Een stille, groene rebel die zich nergens laat wegjagen.

Speerdistel (Cirsium vulgare)
Vergis u niet: deze jonge kerel is een speerdistel in wording. Geef hem een paar weken, en hij transformeert in een stoere, stekelige bonk die je beter niet met blote handen aanpakt. Met zijn lange, puntige bladeren en statige paarse bloemen staat hij daar als een echte ridder, compleet met pantser en lans. Of hij nu op een verlaten akker staat of gewoon brutaal uit de straatgoot opduikt, hij maakt indruk. Geen doetje, wel een doorzetter met attitude. Wie hem wil wegduwen, komt van een kale reis terug… met een paar prikken als souvenir.

Link naar de 12 meest recente artikelen
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.










