Vijf gele composieten op een rij: hoe hou je ze uit elkaar?
In wegbermen, gazons, dijken en ruigten duiken vaak gele bloemen op die op het eerste gezicht allemaal op paardenbloemen lijken. Toch gaat het vaak om heel andere planten. Hier zetten we vijf gele composieten op een rij die je met een beetje oefening goed van elkaar kunt onderscheiden: klein streepzaad, groot streepzaad, gewoon biggenkruid, vertakte leeuwentand en muizenoor.
1. Klein streepzaad (Crepis capillaris)
1. Klein streepzaad (Crepis capillaris)
Klein streepzaad (Crepis capillaris)
Bloem: Kleine, gele bloemen in losse pluimen, vaak met een paar bloemen open tegelijk.
Stengel: Slank en vaak vertakt met veel kleine bloemhoofdjes.
Bladeren: Smal, vaak diep ingesneden en verspreid langs de stengel.
Bijzonderheden: De bloemen sluiten zich bij slecht weer. Komt veel voor in gazons en op stoepen.
Standplaats: Vaak in verstoorde, droge of stenige graslanden en stadsomgeving.
2. Groot streepzaad (Crepis biennis)
Groot streepzaad (Crepis biennis)
Bloem: Groter dan bij klein streepzaad, geel, meestal minder vertakt.
Stengel: Rechtopstaand en stevig, meestal niet of weinig vertakt bovenaan.
Bladeren: Groter, meer behaard, vaak ook lobbig.
Bijzonderheden: Wordt tot 1 meter hoog, bloeit later dan klein streepzaad.
de bladslippen zijn smal en de eindlob van het blad is lang en smal, terwijl bij de rozetbladeren van Gewoon biggenkruid die eindlob juist heel breed is.
Bloem: Lijkt sterk op gewoon biggenkruid, maar met meerdere bloemen per stengel.
Stengel: Sterk vertakt met meerdere bloemhoofdjes, meestal iets ijler dan biggenkruid.
Bladeren: In een rozet aan de voet, lancetvormig, meestal gladder dan bij biggenkruid.
Bijzonderheden: Bloeit opvallend laat ( zomer en najaar).
Standplaats: Open graslanden, wegbermen.
5. Muizenoor (Pilosella officinarum)
Muizenoor (Pilosella officinarum)
Bloem: Eén enkel geel bloemhoofdje per steel, meestal iets kleiner dan de andere soorten.
Stengel: Vrij kort, met één bloem.
Bladeren: In een rozet, grijsgroen en dicht behaard – ze lijken op muizenoortjes.
Bijzonderheden: Vormt vaak matten via uitlopers.
Standplaats: Droge, schrale zandige bodems, heiden, duinen, open grasland.
Visuele vergelijkingstabel – Gele composieten
Klik op de afbeelding om een groter formaat te bekijken